Graag stel ik mij even aan u voor. Mijn naam is Wim Jansen, getrouwd, vader van 2 zonen, 1 dochter en trotse opa, zoals dat heet, van 7 kleinkinderen en woonachtig in ‘s-Hertogenbosch.
Ik heb een onderwijs achtergrond en ben tot eind 2015 werkzaam geweest binnen onderwijs. Ik heb uitstapjes gemaakt naar bedrijfsleven en landelijke overheid. Daarnaast kan ik putten uit een ruime ervaring, opgedaan in diverse bestuursfuncties international en national.
Najaar 2016 werd ik gevraagd om na te denken over het aanvaarden van het voorzitterschap van de vereniging. Daar ik reeds als bestuurslid een goed inzicht had in alle lopende activiteiten, heb ik mij beschikbaar gesteld, hetgeen tijdens de jaarvergadering heeft geresulteerd in de benoeming tot voorzitter.
Hoe kijk ik naar de vereniging.
Alles is in beweging. De klassieke voorzitter heeft plaats gemaakt voor iemand die niet uit het molenaarsgeslacht afkomstig is, maar wel in hoge mate belangstelling heeft voor molens. Belangrijk is met name het behoud van het cultureel erfgoed. Op inhoud betekend dit dat we als vereniging alert dienen te zijn op wat er speelt in onze omgeving. Onze activiteiten zullen in goed overleg met de leden, voor de komende jaren, die aandacht moeten krijgen dat jongeren zich aangetrokken voelen en zich melden als lid.
Het invullen van de ambitie.
Er liggen diverse vraagstukken op tafel. De vereniging dient maatschappelijk zichtbaar te zijn. Misschien wel meer dan in het verleden. Die zichtbaarheid moet zich wat mij betreft uiten in definieerbare projecten: op elk vraagstuk dient een antwoord te komen. De expertise van onze vereniging zit bij de leden, onze leden zijn onze kennis. Als vereniging kunnen we die kennis kanaliseren en organiseren. Mij staat voor ogen dat we in de toekomst een kralensnoer van parels rijgen.
Aandacht voor het vergroten van zichtbaarheid.
Er zijn overal verenigingen, die zich ook willen profileren. Daar dienen wij ook bij aan te sluiten. Enerzijds zichtbaar zijn door informatie uitdragen door gebruik te maken van nieuwsbrief, lezingen, de website, sociale media, excursies en anderzijds te komen met kleinschalige projecten op plaatselijk- en regional niveau. Hiermee kunnen we voor de komende jaren veel bereiken.
Hoe komen jullie mij tegen.
Een goed bestuurder hoeft niet zo zichtbaar te zijn. Als de leden van de vereniging ons een goede en waardevolle organisatie vinden, dan heeft het bestuur het blijkbaar goed gedaan. Persoonlijk vind ik het dus niet zo spannend om op de barricade te staan, maar ik deins er niet voor terug. Waar gewenst en gevraagd zal ik er zijn. Af en toe zal ik ongetwijfeld ook mijn mening geven over zaken in het de nieuwsbrief en op de website.
Tot slot!
Naast de taken van voorzitter zal ik samen met de bestuursleden en de leden het proces van bezinning op de toekomst en werkwijze van de vereniging oppakken. Samen staan we sterk, samen komen we verder.
Boek ‘De Molens van Rosmalen’ gaat in de voorverkoop (René Vogels)
Ruim 6 jaar stond het “Molenboek Rosmalen” op de agenda van onze vereniging. Zes jaar werd het agendapunt “doorgeschoven”, maar nu ligt het manuscript van de 5 auteurs (Piet-Hein van Halder, Bert van de Wijgert, Wim Veekens, Krien van Hirtum en mij, René Vogels) bij de grafisch ontwerper. Hij heeft een “patch” (vakterm) gemaakt en op basis hiervan een wervende (voor-) verkoopfolder gemaakt. Als u die ziet wilt u beslist meteen een (of meer) exemplaren kopen!
De folder vertelt – in het kort – nogmaals het verhaal over de inhoud en het grote aantal molens in Rosmalen, maar licht ook al een beetje een tip van de sluier op door reeds een beeld te geven van enkele bladzijden uit het boek. Dit was ook nodig om het lettertype en de lettergrootte te kunnen bepalen. Verder is er gesproken over de tekstkolommen, afbeeldingen, gebruik van kleur, etc. Het wordt een prachtig boek !
Maar….. het kan alleen gedrukt en uitgegeven worden als er minstens 500 exemplaren worden verkocht. In de voorverkoop. Dan zijn we min of meer uit de kosten.
Inmiddels is het bestuur ook gestart met de fondsenwerving, zodat ook langs die kant geld binnen kan komen. Dit traject is ook erg spannend, want één hele grote mecenas (of enkele kleinere) en we zijn er uit! Misschien heeft u voor ons de gouden tip?! We horen het graag. U zult – als leden –worden uitgenodigd om met ons de voorverkoop te starten.
Extra ALV 21 oktober 2017 (Liesbeth Verhoeven,)
Op 21 oktober a.s. van 10.00 – 12.00 uur vindt de extra ALV plaats vanwege de aftrap van de voorverkoop van het boek over de Molens van Rosmalen. Noteert u deze datum maar alvast in uw agenda. De locatie is weer: FlikFlak in ’s-Hertogenbosch -Noord. Uw ontvangt nog een uitnodiging daarvoor. Wij zullen daar onze verkoopplannen uiteenzetten. Wellicht heeft u in deze vergadering nog meer goede ideeën t.a.v. sponsoren en promotie van de voorverkoop waarmee we met uw hulp aan de slag kunnen.
De opdracht voor de druk zal pas medio 2018 gegeven (kunnen) worden. De overhandiging van het eerste exemplaar staat gepland op zondag 9 september: Open Monumentendag.
De Standerdmolen Rosmalen viert dit jaar zijn 285ste verjaardag! (René Vogels)
Alleen de juiste datum weten we (nog) niet. In ieder geval in 2017 ! Ter gelegenheid hiervan verschijnt het eerste korte artikel van de reeks over de molens van Rosmalen in één van de Rosbodes van september. Uiteraard is dit ook ter promotie van ons boek.
Belofte in vorige nieuwsbrief (Liesbeth Verhoeven)
Om ook de leden die de Rosbode niet ontvangen de artikelenreeks over de Molens van Rosmalen te laten lezen, volgt hier het eerste stukje, geschreven door René Vogels, oud-molenaar.
STANDERDMOLEN ROSMALEN 285 JAAR !
Trots staat de molen op de voorzijde van het magazine Open Monumenten 2017 !
Dit monument – aan de Molenstraat – werd 285 jaar geleden opgebouwd uit (zeer waarschijnlijk) onderdelen van een (of meerdere ?) inmiddels afgebroken standerdmolen(-s). Midden 16e eeuw stonden er 17 standerdmolens rond ’s-Hertogenbosch. Honderd jaar later tellen we nog maar 12. Misschien…..?
Er zijn aanwijzingen in deze Rosmalense molen die rechtvaardigen dat hij al uit die periode afkomstig moet zijn, maar tot op heden hebben we in archieven hiervoor nog geen bewijzen gevonden. Wat we zeker weten is dat de domeinmolen in 1732 wordt gebouwd en verpacht aan Jan Poorters. In 1743 wordt de molen ernstig beschadigd door brand, maar een jaar later is hij weer hersteld. De pacht gaat in 1747 over naar Dirck Teulings, maar deze overlijdt twee jaar later. De weduwe neemt de pacht over en hertrouwt met Jan van Lith. Vanaf 1749 zullen 6 generaties Van Lith tot 1948 de molen pachten en later zelfs in eigendom verkrijgen.
De molen werd in 1923 getroffen door bliksem en ernstig beschadigd, maar bleef overeind. Gedurende de oorlogsjaren heeft de molen gewoon zijn werk gedaan al was hij in 1943 even buiten bedrijf toen een van de wieken brak.
Als Albert van Lith in 1948 overlijdt, trouwt de weduwe met Gerrit Peters. Hij gaat met de molen werken, maar eigenlijk wil men de molen slopen. Naoorlogse wetgeving verhinderd dit en dan duurt het 10 jaar eer dat Peters het met de gemeente eens kan worden over de verkoop van dit monument. Het is dan 1957.
De gemeente zit danig met dit bijna vervallen monument in haar maag. Een periode van diverse grote en kleine restauraties breekt aan. Na de overgang naar de gemeente ’s-Hertogenbosch (1996) worden onderhoud en beheer nog beter aangepakt. De molen kan de komende jaren op weg naar zijn 300 jarig bestaan!
Verslag excursie 1 juli 2017 (verslag en foto’s Liesbeth Verhoeven)
Op het laatste nippertje haalde een van de deelnemers nog de bus, zodat wij met 26 leden en 1 introducée (helaas 5 afmeldingen door ziekte) op bijna de afgesproken tijd richting Zeddam vertrokken.
Na een rustige busrit genoten wij van koffie en thee met cake in Brasserie Brût in Zeddam .
Daarna ging het verder met de bus naar de nabij gelegen molen waar wij recht voor afgezet werden.
Helaas was er geen demonstratie van de rosmolen aangezien het paard kreupel was. Toch hebben de molenaars met veel moeite iemand bereikt van de stichting die de rosmolen in eigendom hebben. Deze heer heeft de rosmolen voor ons geopend en onze vragen beantwoord.
Voor in de bus had ik een toelichting over de beide molens en het kasteel gemaakt en uitgereikt.
Hiervan volgt nu het eerste deel over de beide molens.
In de Middeleeuwen was grondbezit gelijk aan macht. De grondeigenaar was in zijn gebied heer en meester. De omvang van het grondbezit bepaalde de mate van welstand. Daarbij werden de mensen binnen het gebied van een heer, zoals hier in het land van Bergh, aangeslagen om in de kosten bij te dragen. Grondbelasting of verponding werd ingevoerd. Maar de Heren oefenden ook rechten van water en wind uit. Zij bouwden molens en verplichtten de boeren het graan op die molens te laten malen. Daarom staan deze molens bekend als dwangmolens of banmolens.
Een deel van het graan kwam ten goede aan de molenaar (maalloon) en een deel aan de Heer. De molenaar betaalde pacht aan de Heer.
De Zeddamse torenmolen was één van de vier molens van de Graven Van den Bergh. Deze vier worden in een akte uit 1451 genoemd. Behalve in Zeddam stonden deze in Didam, Gendringen en ’s-Heerenbergh. Deze laatste is als enige van de vier nooit een stenen molen geweest. De molen van Zeddam was in het begin een filiaal van de molen in ‘s-Heerenberg, die. In Zeddam werd het graan gemalen van de boeren uit de omliggende buurtschapppen Azewijn, Vethuizen, Vinkwijk, Braamt, Kilder, Stokkum, Wijnbergen en Beek.
De maaldwang werd rond het jaar 1800 afgeschaft als gevolg van nieuwe wetten, voortkomend uit de Franse revolutie. Dit had gevolgen voor het inkomen van de mulder.
In 1904 verkochten de toenmalige eigenaren van Huis Bergh, de Von Hohenzollerns, de Zeddammer molen aan de molenaar. De molen werd in 1928 te koop aangeboden voor sloop.
Dr. J.H. van Heek, sinds 1912 eigenaar van Huis Bergh, wist de molen juist voor sloop te behoeden door de molen in 1929 te kopen, waarmee de molen weer terugkeerde in de bezittingen van Huis Bergh. Hij heeft om de molen voor de ondergang te behoeden de meest noodzakelijke herstellingen laten uitvoeren
In 1963, 1974, 1990 en in 2005 is de molen gerestaureerd, waarbij steeds voorop stond dat de molen met respect voor haar historische gelaagdheid terughoudend hersteld zou worden. Authentieke onderdelen zijn op deze wijze zoveel mogelijk behouden gebleven.
Dit jaar is naast de molen een vergaderruimte met keukentje en toilet gereed gekomen.
Informatie over de bouw en constructie van de torenmolen.
Voorheen meende men dat de Zeddamse molen tevens als verdediging- of kruittoren dienst heeft gedaan en dat ze daarom zo zwaar van constructie is. De robuuste bouw is echter uit bouwkundig oogpunt nodig geweest. Om voldoende hoogte te kunnen bereiken moesten de muren aan de basis erg dik zijn (tot 2,80 m). Dit was nodig omdat het middeleeuwse metselwerk vrij zacht van samenstelling was.
Bovendien was een solide constructie nodig om de aanzienlijke inkomsten voor de eigenaar, ook in oorlogstijd, veilig te stellen.
De molen in huidige staat bestaat uit een begane grond met invaart en bergruimte in de belt, een maalzolder, steenzolder, luizolder en kapzolder. Het kruien, d.w.z. het op de wind richten van de kap met de wieken, gebeurt handmatig, binnen, op de kapzolder. De wieken hebben een vlucht (de lengte van top tot top) van plm. 26,5 meter.
Molenstaat vóór 1840:
De ruimte tussen de begane grond en de luizolder werd voor 1840 niet benut. In de belt was een onderbreking, overdekt met een plankier. Via een luik in het houten plankier was men in staat om, langs de buitengevel, de zakken met graan, met handkracht,naar boven te luien (takelen). Tevens was hier een trap, die toegang gaf tot de belt. De ingang van de molen bereikte men vanaf de belt via een rondlopende trap langs de buitenzijde. Vandaar dat u op de luizolder een buitendeur aantreft.
In 1840 werd bij de verbouwing de onbenutte ruimte in de molen functioneel gemaakt. Er zijn toen twee maalsteenkoppels geplaatst, zodat de molenaar meer maalcapaciteit kreeg. De buitentrap werd vervangen door binnentrappen en er werden twee zolders bijgemaakt. Zo werd het onderste deel van de molen, dat voorheen niet benut werd, geschikt gemaakt voor opslag en voor de maalderij. Tevens kon men nu een luiwerk (hijswerktuig) binnenin de molen tot stand brengen, zodat de zakken graan en meel op windkracht omhoog en omlaag getakeld konden worden.
De laatste restauratie van de Grafelijke Korenmolen vond plaats in 2005. Het gevlucht is toen in zijn geheel vervangen en de muren zijn hersteld. De gemetselde invaart is weer in originele staat van 1840 gebracht.
De rondleiding begon met een videopresentatie onder in de molen.
Als er onvoldoende wind was voor het malen van graan, had men een probleem.
Daarom is in 1546 als aanvulling op de al bestaande windmolen in opdracht van de toenmalige eigenaren: de Graven Van den Bergh de Rosmolen gebouwd. Hierin wordt de aandrijvingskracht geleverd door een paard (ros) of een ezel.
De mulder kon dan bij weinig of geen wind uitwijken naar de recht tegenover de molen liggende rosmolen. Een dergelijke combinatie van molens kwam veelvuldig voor vroeger.
De graven verpachtten na de bouw de Rosmolen en de Torenmolen.
In 1974 werd met behulp van de originele bouwtekeningen die bewaard waren gebleven in het archief van het Huis Bergh de rosmolen herbouwd.
Het maalwerk dat bestaat uit 1 koppel maalstenen, wordt voortbewogen door een paard.
Het molengebouw is 9,30 bij 13,55 meter groot en heeft een nokhoogte van 6,75 meter. In de voorgevel bevinden zich een dubbele deur en een enkele deur. Binnen bestaat de vloer deels uit estriken en deels uit een lemen vloer, bestrooid met grof zand waar het paard loopt. Het grote kamwiel heeft 340 kammen en is voorzien van een steekcirkel met binnendiameter van 7 meter 25 en een buitendiameter van 7 meter 29. Het rondsel heeft een steekcirkel van 40,9 centimeter en bezit 19 staven. Bij een normale stapgang van het paard die een gang loopt van 5 kilometer per uur maakt het grote wiel 5 toeren per minuut en de steen 90. Indien van de windmolen gebruik wordt gemaakt is de capaciteit tienmaal zo groot.
Regelmatig worden er kunstexposities in de rosmolen gehouden.
In de zomermaanden is er 1 weekend per maand een demonstratie van malen met een paarden plaats. De data zijn te vinden op de site van het gilde.
Dit jaar o.a. gepland op 1 en 2 juli, maar door het kreupele paard helaas afgelast net in het weekend van onze, volgens de deelnemers, zeer geslaagde excursie.
Verder ging het naar het 6 km verderop gelegen kasteel Huis Bergh in ’s Heerenbergh. Het verslag daarvan volgt in de volgende nieuwsbrief.
Inmiddels is de najaarsexcursie naar Goirle van 16 september 2017 ook weer voorbij. Ook van deze wederom geslaagde excursie komt het verslag in de volgende Nieuwsbrief.
Reservekandidaten voor penningmeester (Liesbeth Verhoeven)
Het bestuur vraagt nogmaals of er onder u leden zijn die zich willen opgeven als kandidaat penningmeester. Piet is in 2018 aan de beurt is om af te treden. Het bestuur heeft mensen benaderd, maar (nog) niemand bereid gevonden dit te willen doen.
Tot slot
Wij hopen u te zien bij de extra ALV op 21 oktober as.
Uw Bestuur