Zaterdag 27 september zijn we met 27 mensen op stap gegaan naar Gelderland en Duitsland, net over de grens naar molens met bijzondere wieksystemen.
De eerste molen is de Joannesmolen te Heumen, met zelfzwichting op de binnenroede. Op de foto de horizontaal staande wieken.
De eerste molen is de Joannesmolen te Heumen, met zelfzwichting op de binnenroede. Op de foto de horizontaal staande wieken.
De molen is een grondzeiler korenmolen en dateert van 1894. In de molen zijn 2 koppels maalstenen en een elektrisch aangedreven maalstoel aanwezig. Door de slechte biotoop heeft de eigenaar zijn bedrijf voor biologische producten naar elders verplaatst. De molen draait niet vaak meer en is hard aan onderhoud toe zowel binnen (stof en webben) als buiten (verf). Voor deze molen heeft René onze Frans herdacht en hebben we een minuut stilte in acht genomen.

De tocht gaat verder naar de Zuidmolen in Groesbeek.
Dit is een bovenkruier korenmolen uit 1857, met drie koppels zowel kunst- als blauwe maalstenen met fokwieken van het Fauëlsysteem met Ten Have-kleppen en remkleppen op alle vier de wieken.
De molen heeft een elektrisch kruilier.
Bij fokwieken volgens het systeem van ir. P.L. Fauël zijn voorzoom, de 3 windborden en bordschroot vervangen door een houten voorzoom met vleugelvormig profiel, de fok.
De werking: de wind blaast tegen de holle kant van de fok en gaat door een spleet aan de achterkant van de fok, waardoor er een onderdruk achter het zeil ontstaat. Hierdoor is er een grote trekkracht. Hierdoor kan met weinig wind nog gemalen worden.
Ten Have-kleppen: De remkleppen hebben achter de roede een klepkoppelstang en aan de voorkant van de roede naar de spin een trekstang met aan het eind van de roede een borgstang. De trekstang is met de kleppen verbonden door korte trekstangen.
Dit is een bovenkruier korenmolen uit 1857, met drie koppels zowel kunst- als blauwe maalstenen met fokwieken van het Fauëlsysteem met Ten Have-kleppen en remkleppen op alle vier de wieken.
De molen heeft een elektrisch kruilier.
Bij fokwieken volgens het systeem van ir. P.L. Fauël zijn voorzoom, de 3 windborden en bordschroot vervangen door een houten voorzoom met vleugelvormig profiel, de fok.
De werking: de wind blaast tegen de holle kant van de fok en gaat door een spleet aan de achterkant van de fok, waardoor er een onderdruk achter het zeil ontstaat. Hierdoor is er een grote trekkracht. Hierdoor kan met weinig wind nog gemalen worden.
Ten Have-kleppen: De remkleppen hebben achter de roede een klepkoppelstang en aan de voorkant van de roede naar de spin een trekstang met aan het eind van de roede een borgstang. De trekstang is met de kleppen verbonden door korte trekstangen.

Na een korte koffiestop op het kale terras boven de molenwinkel op weg naar
de Alte Mühle van Donsbrüggen. Het is een houten achtkante bovenkruier beltkorenmolen. De molen, gebouwd in 1821, is tot de top van de kap twintig meter hoog. In 1890 werd een stoommachine met schoorsteen ingebouwd, die in 1954 weer werd afgebroken. In 1930 werd een elektromotor geplaatst om meer productie te kunnen maken. Tussen 1955 en 1963 is de molen gerestaureerd, waarbij de houten schaliën werden vernieuwd en de molen Bilau-wieken kreeg.
Deze op een vliegtuigvleugel gebaseerde wieken worden langs de roede aangebracht. De Bilauwiek bestaat uit een roede met klep en stroomlijnneus. De vleugels zijn gemaakt van aluminium. De kleppen worden voor het zwichten bediend via een spin, zwichtstang, zwichtstok en zwichtketting. Met de zwichtketting worden de kleppen gesloten en kan de molen na het lichten van de vang gaan draaien. Gewichten aan de zwichtketting bepalen het opengaan van de kleppen.
de Alte Mühle van Donsbrüggen. Het is een houten achtkante bovenkruier beltkorenmolen. De molen, gebouwd in 1821, is tot de top van de kap twintig meter hoog. In 1890 werd een stoommachine met schoorsteen ingebouwd, die in 1954 weer werd afgebroken. In 1930 werd een elektromotor geplaatst om meer productie te kunnen maken. Tussen 1955 en 1963 is de molen gerestaureerd, waarbij de houten schaliën werden vernieuwd en de molen Bilau-wieken kreeg.
Deze op een vliegtuigvleugel gebaseerde wieken worden langs de roede aangebracht. De Bilauwiek bestaat uit een roede met klep en stroomlijnneus. De vleugels zijn gemaakt van aluminium. De kleppen worden voor het zwichten bediend via een spin, zwichtstang, zwichtstok en zwichtketting. Met de zwichtketting worden de kleppen gesloten en kan de molen na het lichten van de vang gaan draaien. Gewichten aan de zwichtketting bepalen het opengaan van de kleppen.

Het op de wind zetten gebeurt middels tandraderen en kettingen, die aangedreven worden door een windroos achter op de kap. De molen staat daardoor altijd op de wind.
De kap rolt met Engels rolwerk en met behulp van tandraderen die in een daaronderliggende ring met tanduitsparingen grijpen.
In de molen is een klein molenmuseumpje met o.a. molenmodellen op schaal, hier de Alte Mühle.
De kap rolt met Engels rolwerk en met behulp van tandraderen die in een daaronderliggende ring met tanduitsparingen grijpen.
In de molen is een klein molenmuseumpje met o.a. molenmodellen op schaal, hier de Alte Mühle.

Na hier koffie gedronken te hebben gaat het verder naar de laatste stop.
Onderweg ziet René een molen. Daar stappen we nog even voor uit. Het is molen De Reus in Gennep, een ronde stenen beltkorenmolen uit 1846/47, tot 1951 op windkracht in gebruik gebleven. Nu draait de molen nog regelmatig op vrijwillige basis. De molen dankt zijn naam aan de forse afmetingen. De roeden zijn ruim 27 m lang en de kapzolder heeft een middellijn van 5 meter.
Onderweg ziet René een molen. Daar stappen we nog even voor uit. Het is molen De Reus in Gennep, een ronde stenen beltkorenmolen uit 1846/47, tot 1951 op windkracht in gebruik gebleven. Nu draait de molen nog regelmatig op vrijwillige basis. De molen dankt zijn naam aan de forse afmetingen. De roeden zijn ruim 27 m lang en de kapzolder heeft een middellijn van 5 meter.

Op weg naar de Molensteenmakerij van de heer Titulaer in Plasmolen, gaan we ook nog even langs bij de Bovenste Plasmolen. Het is even een stukje omhoog lopen maar dan kom je bij deze midden- en bovenslag watermolen in het natuurgebied Sint-Jansberg, gemeente Mook en Middelaar waartoe Plasmolen behoort. Deze korenmolen is in 1725 gebouwd als papiermolen. De molen heeft als bijzonderheid dat hij water uit twee molenvijvers op verschillende hoogte kan betrekken, waarbij het water uit de bovenste vijver (gevoed door de Beek van het Groene Water) bovenlangs wordt gevoerd, en het water uit de onderste vijver (gevoed door de bron De Helskuil) vanaf het midden van het waterrad wordt aangevoerd. In 1944 is de Bovenste Plasmolen door oorlogshandelingen beschadigd, waarbij de molenaar Verouden dodelijk werd getroffen. Eerst in 1999 is de molen hersteld door de stichting de “Stichting Bovenste Plasmolen 1725”. De molen is maalvaardig en is tijdens de zomermaanden regelmatig geopend.
Via de andere kant door het bos omlaag lopend, langs het bospad richting de Romeinse Villa Plasmolen die hier ooit gestaan heeft, komen we weer op de weg beneden.
Via de andere kant door het bos omlaag lopend, langs het bospad richting de Romeinse Villa Plasmolen die hier ooit gestaan heeft, komen we weer op de weg beneden.

Nu dan echt naar de Molensteenmakerij. Langs de weg staat een bord met WELKOM.
Hans Titulaer is beroepsmolenaar op de Witte Molen in Nijmegen. In 1997 heeft hij het sinds 1904 bestaande molensteenbedrijf overgenomen van zijn Duitse leermeester Heinrich van Hees. Hij maakt nieuwe molenstenen, restaureert oude stenen, doet onderhoud aan stenen, scherpt molenstenen en geeft onderhouds- en maaltechnisch advies.
Hans vertelt hoe het malen van meel ed. in de loop der tijden gebeurde. De eerste bewerking van graan tot meel gebeurde met behulp van wrijfstenen: een platte ondersteen en een kleine bovensteen, de handsteen.
De kweern: afgeleid van de handmolens die de Romeinen vervaardigden van lava basalt. Aan deze handmolen is goed te zien hoe molenstenen werken en te ervaren welke fysieke inspanning nodig is om graan te vermalen.
Hans geeft een zeer interessante uitleg van welke materialen je kunt gebruiken / gebruikt voor het maken van massieve kunststenen. Grint voor de ballastlaag; Magnesiet en Magnesiumchloride als bindmiddel voor de stukjes harde steen, o.a. Kwarts, Flint en Amaril. Zand voor bodemsel. Tegenwoordig worden de stenen gemaakt met een zacht bodemsel, d.w.z. de groeven van de steen zijn van zachter materiaal, waardoor de stenen makkelijker te scherpen zijn. De kerven worden gemaakt van een mengsel van het bindmiddel en de stukjes harde steen. De kerven worden eerst gegoten in waaiervorm. Dan worden deze in de steenmal gelegd en wordt de bodemsel gegoten.
Hans Titulaer is beroepsmolenaar op de Witte Molen in Nijmegen. In 1997 heeft hij het sinds 1904 bestaande molensteenbedrijf overgenomen van zijn Duitse leermeester Heinrich van Hees. Hij maakt nieuwe molenstenen, restaureert oude stenen, doet onderhoud aan stenen, scherpt molenstenen en geeft onderhouds- en maaltechnisch advies.
Hans vertelt hoe het malen van meel ed. in de loop der tijden gebeurde. De eerste bewerking van graan tot meel gebeurde met behulp van wrijfstenen: een platte ondersteen en een kleine bovensteen, de handsteen.
De kweern: afgeleid van de handmolens die de Romeinen vervaardigden van lava basalt. Aan deze handmolen is goed te zien hoe molenstenen werken en te ervaren welke fysieke inspanning nodig is om graan te vermalen.
Hans geeft een zeer interessante uitleg van welke materialen je kunt gebruiken / gebruikt voor het maken van massieve kunststenen. Grint voor de ballastlaag; Magnesiet en Magnesiumchloride als bindmiddel voor de stukjes harde steen, o.a. Kwarts, Flint en Amaril. Zand voor bodemsel. Tegenwoordig worden de stenen gemaakt met een zacht bodemsel, d.w.z. de groeven van de steen zijn van zachter materiaal, waardoor de stenen makkelijker te scherpen zijn. De kerven worden gemaakt van een mengsel van het bindmiddel en de stukjes harde steen. De kerven worden eerst gegoten in waaiervorm. Dan worden deze in de steenmal gelegd en wordt de bodemsel gegoten.
Deze laag is 10 cm dik, vroeger 15 cm. Hierop komt een 15 cm dikke ballastlaag - voor de ligger, of 25 cm voor de loper - van beton eveneens gemaakt uit een magnesiumbindmiddel vermengd met fijn zand en grind voor het verkrijgen van voldoende gewicht.
Dan moet alles uitharden. In het midden van de steen is een rond gat uit gespaard. Aan de zijkanten de gaten voor de steenkraan. In de loper wordt de vorm van het gebruikte molenijzer aangebracht.
De ligger is vlak, terwijl de loper op het binnenste maalvlak iets hol is. Hierdoor is er ruimte voor de graankorrels om via het kropgat tussen de stenen te komen.
Blauwe stenen zijn gemaakt van basaltlava. Deze zijn vrij zacht en moeten daarom 5x vaker gescherpt worden dan kunststenen. Het scherpen gaat wel sneller.
NB. Op de eerste drie van bovenstaande foto’s maakt Hans ter illustratie gebruik van een steenmal, waarin al een steen ligt uit te harden. De steen wordt dus onderste boven gemaakt.
Na deze uitleg is er gelegenheid om voor ons vertrek nog even rond te kijken of iets te drinken en een plak cake voor de inwendige mens te nuttigen.
Ca. 17.00 uur zijn we na een zeer interessante dag weer terug bij de auto’s in ‘s-Hertogenbosch.
Dan moet alles uitharden. In het midden van de steen is een rond gat uit gespaard. Aan de zijkanten de gaten voor de steenkraan. In de loper wordt de vorm van het gebruikte molenijzer aangebracht.
De ligger is vlak, terwijl de loper op het binnenste maalvlak iets hol is. Hierdoor is er ruimte voor de graankorrels om via het kropgat tussen de stenen te komen.
Blauwe stenen zijn gemaakt van basaltlava. Deze zijn vrij zacht en moeten daarom 5x vaker gescherpt worden dan kunststenen. Het scherpen gaat wel sneller.
NB. Op de eerste drie van bovenstaande foto’s maakt Hans ter illustratie gebruik van een steenmal, waarin al een steen ligt uit te harden. De steen wordt dus onderste boven gemaakt.
Na deze uitleg is er gelegenheid om voor ons vertrek nog even rond te kijken of iets te drinken en een plak cake voor de inwendige mens te nuttigen.
Ca. 17.00 uur zijn we na een zeer interessante dag weer terug bij de auto’s in ‘s-Hertogenbosch.