Vanaf het vertrouwde verzamelpunt “parkeerterrein bij ‘De Pettelaer’
vertrokken we om ± 8.10 uur met ca. 20 leden in 5 auto’s naar Westzaan voor een bezoek aan papiermolen “De Schoolmeester” : oliemolen “Het Pink” en de ‘Zaanse Schans’ tijdens de Zaanse Molendag op 26 september j.l. Ondanks de verkeersstrubbelingen op de A2, was iedereen op tijd bij ‘De Schoolmeester’. Het weer was ons de hele dag goed gezind voor een buitenactiviteit, nl. veel zon, af en toe een mooi wit wolkje. Helaas bijna geen wind en dat was wel jammer. De molens konden daarom slechts af en toe draaien en niet werken.
Bij ‘De Schoolmeester’, een rietgedekte achtkant, werden wij ontvangen door
de molenaar Arie Butterman, die zijn hele leven “in de papiermakerij” heeft
gewerkt (zie foto) . Hij legde het hele procedé van papier maken uit. Het papier
werd en wordt nu nog gemaakt van oude vodden. Afhankelijk van de kleur van de vodden wordt er wit , blauw of rood etc. gekleurd papier gemaakt. Naast papier van vodden werd er ook van veenmos veenmospapier gemaakt. Dat werd gebruikt om de spleten tussen de houten planken van boten te dichten; het zet nl. uit als het nat wordt en sluit zodoende goed af. De voorraad nieuwe vodden en veenmos wordt in grote verzamelhokken opgeslagen.
vertrokken we om ± 8.10 uur met ca. 20 leden in 5 auto’s naar Westzaan voor een bezoek aan papiermolen “De Schoolmeester” : oliemolen “Het Pink” en de ‘Zaanse Schans’ tijdens de Zaanse Molendag op 26 september j.l. Ondanks de verkeersstrubbelingen op de A2, was iedereen op tijd bij ‘De Schoolmeester’. Het weer was ons de hele dag goed gezind voor een buitenactiviteit, nl. veel zon, af en toe een mooi wit wolkje. Helaas bijna geen wind en dat was wel jammer. De molens konden daarom slechts af en toe draaien en niet werken.
Bij ‘De Schoolmeester’, een rietgedekte achtkant, werden wij ontvangen door
de molenaar Arie Butterman, die zijn hele leven “in de papiermakerij” heeft
gewerkt (zie foto) . Hij legde het hele procedé van papier maken uit. Het papier
werd en wordt nu nog gemaakt van oude vodden. Afhankelijk van de kleur van de vodden wordt er wit , blauw of rood etc. gekleurd papier gemaakt. Naast papier van vodden werd er ook van veenmos veenmospapier gemaakt. Dat werd gebruikt om de spleten tussen de houten planken van boten te dichten; het zet nl. uit als het nat wordt en sluit zodoende goed af. De voorraad nieuwe vodden en veenmos wordt in grote verzamelhokken opgeslagen.

De vodden of lompen werden vroeger door vrouwen en meisjes vanaf 12 jaar
met behulp van een soort sikkelvormig mes in kleine stukjes gesneden en
gesorteerd op kleur. De knopen werden er af gesneden en gesorteerd op grootte. Deze mochten de vrouwen zelf verkopen voor 1 cent per zakje. Vervolgens werd het verdere werk door mannen en jongens vanaf 12 jaar gedaan. De kleine (nu ook grotere) vodden lappen worden in een bak met water gegooid en met behulp van door de molen aangedreven messtampers helemaal tot kleine vlokkenpap verpulverd. Dan wordt deze vlokkenpap in een grote ton met een messenrol tot een nog fijnere pap versneden. Vervolgens wordt het na nog 2 bewerkingen tot een steeds dunnere stofpap via een houten goot in een verzamelbak vergaard waar het uit kan zakken tot een dikke massa. Dit is de grond voor het te maken papier. Om er papier van te maken wordt het opnieuw met veel water gemengd en via een schoepenrad in een goot geschept. Via die goot loopt het naar een rolband van ca 60-70 cm breed.
met behulp van een soort sikkelvormig mes in kleine stukjes gesneden en
gesorteerd op kleur. De knopen werden er af gesneden en gesorteerd op grootte. Deze mochten de vrouwen zelf verkopen voor 1 cent per zakje. Vervolgens werd het verdere werk door mannen en jongens vanaf 12 jaar gedaan. De kleine (nu ook grotere) vodden lappen worden in een bak met water gegooid en met behulp van door de molen aangedreven messtampers helemaal tot kleine vlokkenpap verpulverd. Dan wordt deze vlokkenpap in een grote ton met een messenrol tot een nog fijnere pap versneden. Vervolgens wordt het na nog 2 bewerkingen tot een steeds dunnere stofpap via een houten goot in een verzamelbak vergaard waar het uit kan zakken tot een dikke massa. Dit is de grond voor het te maken papier. Om er papier van te maken wordt het opnieuw met veel water gemengd en via een schoepenrad in een goot geschept. Via die goot loopt het naar een rolband van ca 60-70 cm breed.

Het papierweefsel blijft op de band liggen en het water loopt er uit. Aan het eind van de rolband komt de papierfilm op een rol terecht. Men kan de rol 8
-10 - 12 of nog meer maal rond laten gaan voordat het papier doorsneden
wordt op een in de rol aanwezige groef. Het vel wordt als een natte theedoek op een platte kruiwagen gelegd. Deze vellen worden te drogen gehangen in meters lange droogschuren. Als het droog is, wordt het glad gestreken om de droogvouw zoveel mogelijk eruit te krijgen. Tot slot wordt het in een soort mangel nog platter gemaakt. Het papier wordt “ZAANS BORD” genoemd. Het wordt beschreven, bedrukt, men kan het voor etsen gebruiken of voor aquarelleren maar dan moet het wel eerst nat gemaakt worden.
Op dit papier is de Amerikaanse vrijheidsverklaring gedrukt. Deze molen
werd ‘De Schoolmeester’ genoemd. Waarom? De schoolmeester was een van de geldschieters voor het oprichten van de molen. De mensen in deze streek
waren volgelingen van dominee Menno …. Dus Mennonieten. In Amerika zijn de Amish daarvan nog afkomstig. Naast deze machinale papierfabricage
door molenkracht wordt er ook nog zoals vroeger, papier handmatig geschept. Daarvan was er ook een demonstratie. Vroeger werkten er continu 2 mannen aan deze grote tobbe met papierwaterpulp. Het moest goed gemengd worden
middels roeren met een grote houten spaan. Daarna schepte de “schepper”
het papier op een raam. Hij legde het raam op een houten plank in het midden
boven de tobbe. Aan de andere kant stond de “legger”; deze draaide het raam
onderste boven en legde het natte papiervel op een droogplank. Als de stapel
hoog genoeg was, ging deze in een pers om te drogen (zoals nu nog een
bloemendrogers) De “schepper” vertelde ons hoe het watermerk in het papier werd aangebracht. In het raam zat een afbeelding; bij het scheppen kwam hierop minder papierfilm dan vlak ernaast en zodoende was het papier boven de afbeelding dunner.
Na ruim 1½ uur gingen we snel naar de oliemolen ‘Het Pink’. Dit is een rietgedekte achtkant stellingmolen. Hier kregen we uitleg van molenaar Ranko Veuger (zie foto) hoe “zijn” molen werkte. Maar helaas… te weinig wind, dus zagen we eigenlijk niet hoe het er werkelijk aan toe ging.
-10 - 12 of nog meer maal rond laten gaan voordat het papier doorsneden
wordt op een in de rol aanwezige groef. Het vel wordt als een natte theedoek op een platte kruiwagen gelegd. Deze vellen worden te drogen gehangen in meters lange droogschuren. Als het droog is, wordt het glad gestreken om de droogvouw zoveel mogelijk eruit te krijgen. Tot slot wordt het in een soort mangel nog platter gemaakt. Het papier wordt “ZAANS BORD” genoemd. Het wordt beschreven, bedrukt, men kan het voor etsen gebruiken of voor aquarelleren maar dan moet het wel eerst nat gemaakt worden.
Op dit papier is de Amerikaanse vrijheidsverklaring gedrukt. Deze molen
werd ‘De Schoolmeester’ genoemd. Waarom? De schoolmeester was een van de geldschieters voor het oprichten van de molen. De mensen in deze streek
waren volgelingen van dominee Menno …. Dus Mennonieten. In Amerika zijn de Amish daarvan nog afkomstig. Naast deze machinale papierfabricage
door molenkracht wordt er ook nog zoals vroeger, papier handmatig geschept. Daarvan was er ook een demonstratie. Vroeger werkten er continu 2 mannen aan deze grote tobbe met papierwaterpulp. Het moest goed gemengd worden
middels roeren met een grote houten spaan. Daarna schepte de “schepper”
het papier op een raam. Hij legde het raam op een houten plank in het midden
boven de tobbe. Aan de andere kant stond de “legger”; deze draaide het raam
onderste boven en legde het natte papiervel op een droogplank. Als de stapel
hoog genoeg was, ging deze in een pers om te drogen (zoals nu nog een
bloemendrogers) De “schepper” vertelde ons hoe het watermerk in het papier werd aangebracht. In het raam zat een afbeelding; bij het scheppen kwam hierop minder papierfilm dan vlak ernaast en zodoende was het papier boven de afbeelding dunner.
Na ruim 1½ uur gingen we snel naar de oliemolen ‘Het Pink’. Dit is een rietgedekte achtkant stellingmolen. Hier kregen we uitleg van molenaar Ranko Veuger (zie foto) hoe “zijn” molen werkte. Maar helaas… te weinig wind, dus zagen we eigenlijk niet hoe het er werkelijk aan toe ging.

Na een uur gingen we gezamenlijk naar een parkeerplaats in de buurt
van de ‘Zaanse Schans’. Vandaar ging ieder op eigen gelegenheid verder.
Meelmolen ‘De Bleke Dood’ staat net voor de brug over de Zaan. Aan de overkant staat net voor de Duyvis fabriek de molen ‘De Ooievaar’. Vanaf de brug is er een mooi uitzicht op de molens aan de rechteroever en de Zaanse huizen op de linkeroever. Te bezichtigen waren o.a. de houtzaagmolen ‘De Gekroonde Poelenburg’, een Paltrokmolen met houthijskraan waar een zeer enthousiaste molenaar, Martin Schaap, uitleg gaf; de verfmolen ‘De Kat’, waar helaas niemand was om uitleg te geven, in ieder geval toen wij er waren. De laatst gebouwde (2005) molen ‘Het Jonge Schaap’ had een gebroken krukas, waardoor het niet mogelijk was om het zaagproces te demonstreren. Maar er was toch bijna geen wind…
De laatste molen die we bezocht hebben, was de privémolen ‘Het Klaverblad’,
verwijzend naar de 4 dochters van de bouwer. De bouw is aangevangen in 1985; in 2005 was de molen klaar. Het is een wipstellingmolentje met als functie: latten-en verenzager. Een van de dochters is meubelrestauratrice en zij gebruikt een van de zaagtafels die door de molen wordt aangedreven. Zowel de bouwer als de dochters + schoonzoon waren zeer enthousiaste vertellers. De molenbijgebouwen zijn oud, elders opgekocht en hier weer opgebouwd.
Om iets voor 17.00 uur was de excursie ten einde en vertrokken de
eerste deelnemers weer richting de thuisbasis. Het was een leuke dag.
Verslag Liesbeth VerhoevenFoto's Liesbeth Verhoeven
van de ‘Zaanse Schans’. Vandaar ging ieder op eigen gelegenheid verder.
Meelmolen ‘De Bleke Dood’ staat net voor de brug over de Zaan. Aan de overkant staat net voor de Duyvis fabriek de molen ‘De Ooievaar’. Vanaf de brug is er een mooi uitzicht op de molens aan de rechteroever en de Zaanse huizen op de linkeroever. Te bezichtigen waren o.a. de houtzaagmolen ‘De Gekroonde Poelenburg’, een Paltrokmolen met houthijskraan waar een zeer enthousiaste molenaar, Martin Schaap, uitleg gaf; de verfmolen ‘De Kat’, waar helaas niemand was om uitleg te geven, in ieder geval toen wij er waren. De laatst gebouwde (2005) molen ‘Het Jonge Schaap’ had een gebroken krukas, waardoor het niet mogelijk was om het zaagproces te demonstreren. Maar er was toch bijna geen wind…
De laatste molen die we bezocht hebben, was de privémolen ‘Het Klaverblad’,
verwijzend naar de 4 dochters van de bouwer. De bouw is aangevangen in 1985; in 2005 was de molen klaar. Het is een wipstellingmolentje met als functie: latten-en verenzager. Een van de dochters is meubelrestauratrice en zij gebruikt een van de zaagtafels die door de molen wordt aangedreven. Zowel de bouwer als de dochters + schoonzoon waren zeer enthousiaste vertellers. De molenbijgebouwen zijn oud, elders opgekocht en hier weer opgebouwd.
Om iets voor 17.00 uur was de excursie ten einde en vertrokken de
eerste deelnemers weer richting de thuisbasis. Het was een leuke dag.
Verslag Liesbeth VerhoevenFoto's Liesbeth Verhoeven