bosschemolens
  • Welkom
  • Vereniging
    • Statuten
    • AVG
  • Agenda
  • Actueel
  • Nieuwsbrieven
  • Onderwijs
  • Fietsroute
  • Molenbouw
  • Molenwandeling
  • Molenexcursies
  • Molenhistorie
  • Fotoboek
    • Fotoboek 2021 & 2022
    • Fotoboek 2020
    • Fotoboek 2019
    • Fotoboek 2018
    • Fotoboek 2017
    • Fotoboek 2016
    • Fotoboek 2015
    • Fotoboek 2014
    • Fotoboek 2013
    • Fotoboek 2012
    • Fotoboek 2011
    • Fotoboek 2010
    • Fotoboek 2009
    • Fotoboek 2008
    • Fotoboek 2007
    • Fotoboek 2006
  • Verslaglegging
  • Links
  • Colofon/Disclaimer
  • New Page

Jubileum excursie

25/9/2021

0 Comments

 
Daar stonden ze dan op 25 september jongstleden: 21 leden van onze vereniging op weg van Heusden naar Woudrichem wachten op de boot van Wiljo. We werden aan boord welkom geheten door de purser. En passant vertelde hij nog het een en ander over Heusden en Oud Heusden waaruit je kon opmaken dat Oud Heusden inderdaad echt oud is, ouder dan de stad die daarna aan het water werd ingericht (of nagebouwd).
​Het weer was goed, nog wel wat frisjes, maar de zon scheen in ieder geval. Ook de kapitein heette ons welkom en toen was het varen geblazen via Wijk en Aalburg, Andel en Veen naar Woudrichem. Onderweg kregen we allerlei prachtige aan het water gelegen huizen (zeg maar villa’s) te zien en wemelde het van kleine, grote en nog grotere boten, plezierboten en jachten. De Wilhelminasluis in Andel was het eerste grote obstakel: er werd net een mini-plezierbootje in geschut en daar moesten we op onze grote boort op wachten. Dat maakte dat we alle tijd kregen om van een uitgebreid buffet gebruik te maken, inclusief het warme kippen- of runderragoutpasteitje.
Picture
​We kwamen wat verlaat in Woudrichem waar een allervriendelijkste stadsgids ons opwachtte en een zeer persoonlijk verhaal vertelde tijdens de rondgang door Woudrichem, de plaats waar onder andere de televisieserie van dokter Tinus werd opgenomen. Ook vertelde hij over de laatste perikelen rondom het hoge water in de Maas en we kregen ook de molen te zien, waar René Vogels nog even binnenglipte (er was vanwege de drukke werkzaamheden van de molenaar en de geringe ruimte in de molen geen gelegenheid voor ons om dit te doen). Hij bracht ons de hartelijke groeten van de molenaar over (was een oud-leerling van René en daarna moesten we alweer naar de boot. Na afscheid genomen te hebben van onze zeer vriendelijke, heldere, behulpzame en bekwame gids, wachtte ons de terugreis, met deze kaar geen oponthoud bij de sluis. Aan boord werden we nog verrast met koffie/thee en een heerlijk gebakje, een drankje en… de presentatie van de app: “De verdwenen molens van ’s-Hertogenbosch”. Doordat onze presentator ervan niet mee kon met de tocht moesten we het doen met de echte app, maar die riep dan ook allerlei ‘aha’s en oho’s op.

Picture
​Om 16.00 uur ongeveer legden we weer in Heusden aan en werd het weer rustig in de buurt. Met alle dank voor de organisatoren van deze trip, al dan niet aanwezig, stapten we van boord en ging eenieder zijns weegs.

0 Comments

Excursie - Molen de Bijenkorf

21/9/2019

0 Comments

 

 Molen De Bijenkorf & Boerenbond museum

Het bezoek aan Gemert vond plaats onder een stralende  nazomer. Gestart werd met een bezoek aan de molen ‘De Bijenkorf’ aan Den Elding 2, 5421 MD, waar we werden ontvangen met een kopje koffie met cake. 
Picture
​De molenaar vertelde ons over de geschiedenis van de molen. Deze houten achtkant molen, gebouwd in 1665 in Zaandijk als papiermolen ‘De Veenboer’, in 1709 overgenomen door de broers Honig (firma beeldmerk de Bijenkorf), werd in 1879 een pelmolen. Na verkoop en sloop in 1908 werd de molen in Gemert weer opgebouwd als korenmolen. Bij restauratie in 1974 ontdekte men bijenkorfjes op de baard. Sindsdien heeft de molen deze naam. Daarna werd de molen van binnen bezocht om op de diverse zolders kennis te maken met de techniek in zijn volle omvang. 
Picture
Boerenbondmuseum
Aansluitend zijn we naar het 800 m verderop gelegen Boerenbondmuseum, Pandelaar 106, 5421 NJ, waar we gestart zijn met een uitstekend verzorgde lunch. 
Picture
​Vervolgens werden we voorgesteld aan de gids die ons kort het ontstaan van het museum onder de aandacht bracht. Het museum richt zich primair op het Brabantse platteland anno 1900. Het is gevestigd in en rond het geboortehuis van de norbertijn Gerlachus van den Elzen, (1853-1925) oprichter van o.a. de NCB en de Boerenleenbank.
 
De wandeling door het openlucht museum gaf een goed beeld over hoe de vorige eeuw werd geleefd en gewerkt. 
Picture
​De boerderij met stallen, bakhuis en daarnaast het schooltje, de snoepwinkel, de klompenmaker, de smederij en de melkfabriek brachten ons terug in de herinneringen vanuit onze jeugd. Tot slot hebben we nog gezellig nagepraat bij een drankje over deze geslaagde excursie.
Picture
​Tijdens de excursie hebben we middels foto’s een goede indruk weten vast te leggen. Hiervoor verwijzen we naar het Fotoboek voor een volledig impressie van zowel de molen ‘De Bijenkorf’ en het ‘Boerenbondmuseum’.
0 Comments

Excursie - Neeroeteren (België)

22/6/2019

0 Comments

 
Excursie naar de ‘Klaaskensmolen’ in Neeroeteren (Liesbeth Verhoeven tekst en foto’s)

Na toch enig wachten op de laatste deelnemer zijn we met 25 leden en 3 introducées vertrokken via de A2 richting Maaseik. Onderweg valt er een forse regenbui. Binnen gaat de eerste uitgeserveerde kop koffie helaas ook om; nogmaals excuses gericht aan degene die daardoor is geraakt. De reis verloopt verder zo voorspoedig, dat we te vroeg bij de “Klaaskensmolen” te Neeroeteren aan komen. Dit tot schrik van Luc, de jongste van de twee molenaars, die dacht: ‘ik ben te laat’. De Klaaskensmolen ligt prachtig in het landschap. Tevoren loopt en kijkt men dan ook rondom de molen.
De Klaaskensmolen is één van de zestien watermolens die aan de Bosbeek hebben gestaan. Er zijn er nog dertien, waarvan twaalf in goede staat. Dit is na te zoeken op internet onder de zoekterm Bosbeek, België.
De Bosbeek is 24 km lang, ontspringt bij As (in het mijngebied) en is deels natuurlijk, deels gegraven (in 13e eeuw). De beek mondt bij Aldeneiken uit in de Maas, maar door de grindwinning is deze monding wel verlegd naar de Maasplas Heerenlaak. Het hele gebied van de Bosbeek is Europees beschermd en als deel van het Natura 2000-gebied “Bosbeekvallei”.
Molenaar Bram ontvangt ons hartelijk en vertelt over deze bijzondere watermolen/zaagmolen.

De Klaaskensmolen, ook wel Kluyskensmolen of Kleeskensmolen genoemd, is een watermolen van het onderslagtype. Onder de naam ‘De Kluyskensmolen’ is er een eerste vermelding als oliemolen in 1545. Door de Belgische provincie Limburg is op 7 juli 1848 de vastgestelde pegelhoogte van 0,650 meter goedgekeurd.

​In 1914 of 1916 heeft de toenmalige eigenaar het molengebouw vergroot en een zaaginrichting bij geplaatst, zodat de molen vanaf die tijd als waterolie- en houtzaagmolen is gebruikt. Sinds 1970 is de gemeente Neeroeteren eigenaar van de molen, sinds de fusie de stad Maaseik. In 1986 heeft de molen een beschermde status gekregen. Bij de restauratie 1994 is het gebouw gerenoveerd. Het is wind en waterdicht, maar de sfeer van het oude dak met pannen op balken, opgestopt met stro is weg vindt Bram. Verder is toen de zaagmachine gereviseerd en een nieuw waterrad aangebracht. Nico Jurgens heeft hierbij samen gewerkt een architect uit Genk. De Klaaskensmolen is de laatste werkende watergedreven zaagwatermolen in Vlaanderen.
Picture
Voor het hek rond de molen staat dit infobord met uitleg over de watertoevoer en de krachtoverbrenging op de zaag middels riemen en assen. Verder staan rechts de molens aan de Bosbeek. Onderaan een tijdlijn waarop in Belgisch Limburg de molens zijn verschenen.

Het molenwerk van de houtzaagmolen is dus nog aanwezig met inbegrip van het betonnen sluiswerk, het metalen waterrad, alle roerend werk met sleezaag en alle toebehoren. Bram geeft uitleg over de diverse onderdelen van de zaagmachine en de aandrijving van de diverse onderdelen. De tanding van de zaag is ook speciaal 5 tanden naar links dan vijf tanden naar rechts. Om het zagen rustig te laten beginnen heeft men destijds een vrijloop gemaakt, die met een hefboom in- en uitgeschakeld kan worden. Hij geeft tenslotte een demonstratie van het zagen, nadat hij van Luc de jonge molenaar heeft gehoord dat het water voldoende opgestuwd is om het waterrad in beweging te kunnen krijgen. Enkele foto’s van het geheel. Buiten:
Picture
Gedeeltelijk gecementeerde noordgevel met metalen molenrad en jaartal 1914 + GBRG
Binnen: overzicht vanaf de noordgevel. Acteraan het kamrad dat de beweging van buiten naar binnen overbrengt met riemen op wielen, stangen en ten slotte de zaagaandrijving. ​Het zaagblad zit tussen de deels ingezaagde plank. De tanding is vijf tanden naar links, vijf naar rechts geneigd. Dit om niet te happen in het hout bij het zagen. Inmiddels is de machine in werking gezet. De plank is bijna door.
Picture
Na het stilzetten van de machine wordt er nog wat nagepraat. De beide molenaars worden bedankt voor hun duidelijke uitleg. Wij zoeken de bus op.
Verder gaat het naar het …

‘Mijndepot van Waterschei’ in Genk (Wilma Verhoeven tekst en foto’s).
​Een eerste blik: een overweldigend mooi gebouw. De lift van de mijnschacht die op de achtergrond boven het gebouw uitkomt staat er los van en op enige afstand.
Picture
We worden welkom geheten en uitgenodigd plaats te nemen aan de voor de lunch gedekte tafels. De sandwiches zijn heerlijke rijk belegde Belse boterbroodjes en verder is er voor ieder een flinke punt Belse vlaai met koffie of thee.
Om 13.00 uur start de rondgang, in twee groepen. De mijn zelf mag niet meer betreden worden, vanwege de onveiligheid van de mijngangen.
Maar er is een prachtige oplossing gevonden/gemaakt!
In dit immense gebouw, dat het magazijn van de mijn is geweest, heeft men op de begane grond één mijngangenstelsel nagebouwd. Je ervaart het als: 
​!! JE BENT ECHT ONDER DE GROND IN EEN MIJNGANG!!
Picture
Plattegrond van Waterschei: Mijn en Woonwijk voor de arbeiders
Hier is alles nagebouwd, wat er in de mijn/mijngangen te vinden is. Diverse soorten gereedschappen, kooien, helmen/kleding. Boorapparatuur in alle soorten en maten.
Wagens met steenkool, transportsystemen om de steenkool te verplaatsen, om de kompels te vervoeren, alsook de arts om bij gewonden te komen, deze te verzorgen en naar boven te halen. Alarminstallaties, grote klokken, mijnwerkerslampen en historische foto’s.
Zelfs de grafsteen van de in 1960 in de mijn Zwartberg onder een transportband omgekomen Nederlandse mijnwerker heeft hier een plaats gekregen. Onze gids benadrukt: ook dit hoorde bij het leven van de mijnwerkers!
Een indrukwekkend mijnmuseum!
Picture
​Ter afsluiting wordt een film getoond over het ontstaan van de vele mijnen in dit gebied en het zware werk van de mijnwerkers voor hun dagelijkse boterham.
In het restaurantje is een permanente tentoonstelling.
Picture
Na afloop van de rondleiding heeft de een een pafje genomen buiten en anderen een Bels biertje of ander drankje. De voorzitter van de Stichting Mijn Verleden en enkele gidsen maken nog een praatje met ons. Zij hebben allen nog in de mijn gewerkt tot de sluiting in 1987. Zij geven herhaaldelijk aan dat zij blij zijn met de belangstelling die wij hebben getoond voor hun werk.
Dan de bus in en terug naar ’s-Hertogenbosch.

​Het was weer een mooie excursie die Vlijmense Wim en Liesbeth voor ons hebben georganiseerd (Wilma).
0 Comments

Ecursie - Vinkel

29/9/2018

0 Comments

 
​Ons doel deze dag: de molen van Vinkel, ‘De Zwaan’, althans de locatie waar deze molen herbouwd wordt. Wij zijn ontvangen door Jan van der Lee, bestuurslid van de stichting Vinkelse Molen, in de multifunctionele ruimte (MFR) in de molenbelt met koffie/thee en appeltaart (op kosten van onze vereniging).
Picture
Na het nuttigen hiervan heeft Jan ons aan de hand van een powerpointpresentatie de geschiedenis van Molen de Zwaan verteld. ​De geschiedenis van “De Zwaan” in Vinkel vindt een aanvang in 1884, toen molenaar P. van Schaijk een achtkante beltmolen bouwde aan de huidige Dennenlaan. Voor de bouw van de molen werden, zoals toen gebruikelijk was, onderdelen gebruikt van een elders overbodig geworden molen; de achtkant zou afkomstig kunnen zijn van een zaagmolen uit Dordrecht of van een molen uit Oost-IJsselmonde. Mogelijk kwam de maalinrichting van molen Nooit Gedacht op Bastion Maria in ’s-Hertogenbosch, die in 1883 werd afgebroken.
Picture
Rond 1900 werd vlakbij de molen een kerk gebouwd, waardoor de windvang van de molen aanzienlijk belemmerd werd. Dat kwam de productie niet ten goede. Als oplossing hiervoor werd uiteindelijk in 1902 besloten om de molen te verplaatsen naar een andere locatie in het dorp, nl. de Lindenlaan. Daar werd tot in WO II op windkracht graan gemalen. Na een voltreffer tijdens een beschieting met granaten was windbemaling niet meer mogelijk. Vanaf die tijd 1944 tot ca. 1962 maalde de molenaar met een dieselmotor en een hamermolen op de begane grond. Geld voor restauratie van de molen was er niet en de gemeentes (molen stond te Vinkel, molenaar woonde 100m verder in Geffen en aan andere kant van de molen was de grens met Heesch) wezen naar elkaar.
Het resultaat: de molen werd verkocht en in 1964 gesloopt tot verdriet van de dorpsbewoners. De molen is herbouwd als stellingmolen op Windmill Island in Holland, Michigan door een Amerikaan van Nederlandse afkomst. Het restant van de molen in Vinkel: de veldmuren waar het achtkant op stond. Vijf van deze muren zijn nu nog; er is een schuur van gemaakt.
Picture
Jan vertelt verder over het initiatief (in 2010) om deze molen te herbouwen in Vinkel. Een initiatief waar de gehele burgerij van Vinkel bij betrokken is. Naast donateurs en sponsoren komen er ook inkomsten uit de Kringloopwinkel in Vinkel. Ook de inzet van veel bedrijven middels hand- en spantdiensten draagt bij aan het realiseren van de Molen.
​Jan heeft ook een video-opname laten zien van het ‘op stam’ uitzoeken van het hout voor het achtkant in de bossen van Arendonk (B), het zagen van de stammen bij Van Dal in Esbeek en het transporteren naar een loods in Vinkel.
Picture
​Na de presentatie van Jan heeft onze voorzitter Wim het boek ‘De molens van Rosmalen’ aangeboden aan het bestuur van de stichting.
Hierna zijn we naar buiten gegaan, naar het achtkant, waar de uitvoerders John Korsten en Henk van de Ven uitleg hebben gegeven over de zaag- en timmerwerkzaamheden voor de bouw van het achtkant.
Picture
​Vervolgens zijn we bij de molenbelt gaan kijken naar de ‘invaart’ waarop het achtkant geplaatst zal gaan worden (februari 2019 ??; Inmiddels is bekend dat dit uitgesteld is).
Picture
Hier ligt ook een oude molensteen, geschonken door een familielid van de oude molenaar Van Schaijk. Voorzitter Ebert van Wanrooij en de toekomstige molenaar Hans Kappen hebben ons hier nog wat meer uitleg gegeven.
Bezoek werd afgesloten met een welgemeend dankwoord aan de voorzitter van stichting ‘Molen de Zwaan’. Tegen 12.00 uur wandelden we weer terug naar de parkeerplaats bij café D’n Driehoek.
Het verslag is gemaakt aan de hand van de stukjes van Wim T Jansen/ René Vogels, bewerkt en aangevuld door Liesbeth Verhoeven.
0 Comments

Excrusie - Hellevoetsluis

7/7/2018

0 Comments

 
Verslag excursie 7 juli 2017
(verslag Liesbeth Verhoeven) 

Met 21 deelnemers rijdt de bus tot vóór het Nationaal Brandweermuseum, ondanks het Maritiem Festival dat juist deze dag in de vesting blijkt plaats te vinden. Hellevoetsluis werd in het begin van de 17e eeuw door de gunstige ligging aan het Haringvliet tot thuishaven van de Hollandse Oorlogsvloot.​
Picture
Daardoor werd het plaatsje steeds meer versterkt tot vesting, smal en langgerekt. Het museum (rode stip op foto) is gevestigd in twee oude marine gebouwen uit 1786: het witte is het voormalige Groot Magazijn; het roodbruine bakstenen, waarin o.a. de ontvangstruimte is, is de voormalige Kuiperij, waar houten vaten werden gebouwd c.q. hersteld.
In het Nationaal Brandweermuseum is een grote verzameling brandbestrijdings-middelen te zien, primitieve middelen van ca. 1550 tot moderne hedendaagse.
Het is een unieke collectie die de geschiedenis van de brand- en rampenbestrijding in Nederland weergeeft, zie onderstaande foto’s. Het brandweermuseum is rond 1925 ontstaan door het samenvoegen van de collecties van de brandweren van Amsterdam, Utrecht, een aantal particuliere verzamelingen en spontane giften en schenkingen, onder auspiciën van de Koninklijke Nederlandse Brandweervereniging (KNBV). Vanaf 1925 tot WO. II zat het in het Catharijneconvent in Utrecht; in de oorlog was het koper ed. verborgen. Daarna moest het op zoek naar een nieuwe plek en dat was hier, sinds 1965.
Na de koffie/ thee en gebak start de rondleiding op de bovenverdieping op het Jan van der Heijden plein.
Jan van der Heiden was schilder, tekenaar, etser en uitvinder in Amsterdam in 2e helft 17e eeuw. ​Hij ontwierp o.a. straatlantaarns (1669), die in diverse Nederlandse steden en zelfs in groten getale in Berlijn werden geplaatst; Voor het aansteken daarvan werden lantaarnopstekers aangesteld. Een nieuw beroep.
Picture
​Hij verbeterde de brandweer(zuig)pomp (1672) en ontwierp de slangbrandspuit met leren slangen. Verkocht deze zelfs aan de tsaar van Rusland.
Hij voerde (1682) een nieuwe brandweerorganisatie in met brandspuiten in de 60 wijken, bediend door aangestelde gildebroeders en wijkvrijwilligers, die tweemaal per jaar móesten oefenen onder toezicht van de generaal-brandmeester – dat was hij zelf. Hij is dus erg belangrijk geweest voor de verbetering van de brandweer in Nederland en ver daarbuiten.

​Onder: Kruiwagenspuit 1910. Leren emmer en handbrandspuit Paleis Soestdijk.
Picture
​De laatste was van 1850 tot 1915 in gebruik aldaar.
Picture
​Oude en moderne uitrustingsstukken. Hulpmiddelen zoals deze bamboe-linnen redbrancard. Op de begane grond: Oude en modernere wagens o.a. deze Stoombrandspuit De Maas uit 1864 en De Motorspuit Van der Ploeg uit 1913.
Picture
Het was een geslaagd onderdeel van deze excursie.
Verder gaat het met de bus naar de molen. Hoewel de drukte op straat nu enige vertraging opleverde.
Picture
Het tweede doel is Korenmolen ‘De Hoop’ uit 1801. Op de plattegrond (blauwe stip). Het is niet de eerste molen van Hellevoetsluis. Dat was een houten standerdmolen, die van 1697 tot eind 18e eeuw op de plaats stond van het nog te bezoeken Droogdok. ‘De Hoop’ is een ronde stenen stellingmolen met twee maalstoelen. De ashoogte is 22,50 m, de vlucht 24,60m. De molen heeft verder een Oud Hollands wiekenkruis en een kruiwerk met 42 iepenhouten rollen. De stelling ligt 10 meter hoog; destijds reden de meelwagens onder het luiwerk om geladen of gelost te worden. Deze doorrit is bij de restauratie van 1962-63 in ere hersteld. De gemeente heeft in 1960 de molen gekocht. Sinds 1993 is de molenaarswoning op de begane grond en eerste verdieping weer bewoond. Op de tweede verdieping begint dus de rondleiding; daar is een bezoekerscentrum, open in juli – augustus of op afspraak, gerund door vrijwilligers.
Picture
Demo Graanmolen                      Reserve iepenhouten rollen

Daarboven liggen nog de meelzolder, steenzolder en de luizolder. Op de meelzolder staan diverse maquettes van onder delen. De molen is in het weekend open van de Molendag in mei tot en met weekend van Monumentendag.
Zicht vanuit de molenkap over de haven op het Brandweermuseum
Picture
​Tijd voor de lunch in restaurant Fortezza. Dit is het in 2001 herbouwde ‘oude’ pomphuis dat bij het droogdok hoorde. Er stonden stoompompen om het water uit het dok te pompen en het was tevens magazijn voor de proviand.
Picture
Picture
Na de lunch start het programma in het ernaast gelegen Jan Blanken-
droogdok. Op plattegrond (geel pijltje). Jan Blanken was een timmermanszoon, opgeleid tot waterbouwkundige in de sluis-, molen- en dijkwerken. Hij schopte het tot InspecteurGeneraal van de Waterstaat bij het Bataafse Staatsbewind. In 1796 werd zijn plan ter verbetering van Haaven en Groote Dok door de bouw van een dubbel stenen droogdok t.b.v. nieuwbouw en onderhoud/ reparatie van marineschepen, goedgekeurd. Het hele droogdok is gebouwd tussen 1802 en 1825 onder zijn leiding. Het dok is door zijn opbouw uniek in zijn soort. Voor het leegpompen van het Groote Dok – Vestinghaven (en later de beide dokken) gebruikte hij een stoommachine die uit Engeland naar hier gesmokkeld werd. Na het graven van het 157 meter lange en 32 meter brede gat werd een fundering aangelegd van vijfduizend houten palen (dennen) van twaalf meter lengte. Er zijn ca. vijf miljoen mopstenen in het droogdok verwerkt, gebakken in Herwijnen, in de steenfabriek van zijn schoonvader en met marineschepen naar Hellevoetsluis vervoerd. Het gebruikte hardsteen komt uit de Ardennen.
Picture
Het droogdok bestaat uit twee gedeelten, gescheiden door sluisdeuren. Het voorste, diepste dok - Kieldok, gebouwd tussen 1802 en 1806, was voor kleine reparaties en voor onderhoudsbeurten, zoals het “knippen en scheren” – is de onderwaterkant van de boten schoonmaken. Vroeger moest men daar voor het schip “kielen” – op de zij trekken. Opvallend zijn de getrapte dokwanden, de z.g. banquetten, waarvan de onderste enigszins gebogen lopen en zo de lijn van de toenmalige scheepsrompen volgden. De top van de dokvloer is van beton. Het Kieldok kan gevuld worden met ca. 5.600 m3 water. De leegpomptijd bedraagt nu ca. 4 uren m.b.v. twee Centrifugaalpompen.
Dit dok wordt van de haven gescheiden door een zg. Schipdeur of Bateau-Porte. Jan Blanken ontdekte dit model afsluiting, eigenlijk een gezonken schip, in Frankrijk. De eerste schipdeur was van hout en had twee kielen. Die kielen liepen ​in een boog en pasten precies in een paar sleuven in de toegang van het dok.
Picture

​Als de schipdeur op zijn plaats was gevaren werd hij afgezonken door te vullen met water. Daarna werd het dok leeggepompt. Om weg te halen werd het water m.b.v. een binnen-in geplaatste pomp teruggepompt in de haven en ging de schipdeur drijven waarna deze weggevaren werd. Zo’n houten schipdeur gaat maar ca. 25 jaar mee. Hoe vaak deze dan vervangen is, is niet bekend.
Picture
De huidige ijzeren schipdeur met één kiel is gebouwd in 1884. Het materiaal is van Puddle ijzer dat nauwelijks roest door het nog vrij hoge koolstofgehalte. De geheel symmetrische constructie is geklonken en vormt een uniek stukje scheepsbouw. De kiel is voorzien van een drievoudige rubberen afdichting. Vroeger werden daarvoor kokosmatten gebruikt.
Picture
​De Sluisdeuren tussen het Kieldok en het Timmerdok, sinds 1884 ook van Puddle-ijzer staan in een punt, worden daarom ook wel puntdeuren genoemd. Het water dat evt. in het Kieldok staat, drukt de deuren daardoor hermetisch dicht. Hierdoor blijft het achterste dok droog. In het onderste deel zitten luchtkamers waardoor ze heel gemakkelijk te bewegen zijn. In 1999 zijn ze gerenoveerd. Door de nieuwe stalen bovenzijde kan men er nu overheen lopen.
Picture
Het achterste dok - Timmerdok diende voor nieuwbouw en langdurige of zware reparaties. De bouw van dit dok was in 1825 klaar. Het is gebouwd naar Engels voorbeeld (als het Chatham marine dok uit 1820). De banquetten zijn kleiner en veiliger. De dokvloer ligt bijna één meter hoger dan die van het Kieldok, waardoor het beter droog te houden is. Door zijn vorm is het ook geschikt voor toneel- en muziekuitvoeringen.
​’s Winters kan op de dokvloer een ijsbaan gemaakt worden. Het Timmerdok is 6 m diep en kan ca. 6.500 m3 water bevatten. De leegpomptijd van Timmer- en Kieldok samen is ca. 7 uren met twee centrifugaalpompen.
Rondom beide dokken loopt een aquaduct van 320 meter lengte. Het diende als waterreservoir voor blus- en schoonmaakwerkzaamheden.
Picture
Door deze gangen hebben we rondgelopen. Wel was het oppassen geblazen op vochtige plekken.
Picture
De kikkertjes sprongen hier ook rond.

​Ook dit onderdeel van de excursie viel bij iedereen goed in de smaak. Na het bedanken van de gidsen en het inleveren van de helmen (verplicht om te dragen in de gangen) liepen we naar de bus via de loopbrug over de sluisdeuren.
Iets over vieren reden we weg. De chauffeur had in Hellevoetsluis het Maritiem Festival bezocht. Hij vertelde enthousiast over de optredens van de Shanty koren die hij opgenomen had. ​Hij liet het horen en heeft ons de opnames ook nog per mail gestuurd.
0 Comments

Excursie - Huis Bergh in ’s Heerenbergh

1/7/2018

0 Comments

 
Vervolg Verslag excursie 1 juli 2017
(verslag Liesbeth, foto’s Marjo Verhoeven)
Huis Bergh in ’s Heerenbergh.   (bron tekst o.a. website Huis Bergh)
 
De bouwgeschiedenis van het kasteel gaat terug tot het jaar 1250. Delen van het huis dateren uit de 14e, 15e en 17e eeuw. In de beginfase van de Tachtigjarige Oorlog had Huis Bergh veel te lijden van oorlogsgeweld. In 1735 brandde het geheel uit.
Het kasteel was het stamslot van de machtige heren en graven Van den Bergh. Dit geslacht heeft belangrijke functies bekleed bij kerk en staat. Het bezat uitgestrekte bezittingen in ​Gelderland en Zuid-Nederland. Hun meest prominente familielid was Willem IV van den Bergh (1537-1786), die gehuwd was met Maria van Nassau, een zuster van Willem van Oranje. Hij behoorde tot de voornaamste Gelderse edellieden van zijn tijd. De Van den Berghs speelden een vooraanstaande rol in de 80-jarige oorlog, waarin zij de partij van de Prins van Oranje verwisselden voor die van de Spaanse koning. De laatste heer van Bergh (Johan Baptist) stierf kinderloos in 1781; was al jaren gedetineerd wegens krankzinnigheid.
Picture
Daarna ging het bezit van Bergh via de vrouwelijke lijn over naar het Huis Hohenzollern-Sigmaringen, een adellijke familie uit Zuid-Duitsland, die er nauwelijks verbleven.
 
In 1912 kocht Jan Herman van Heek (1873-1957), een industrieel uit Enschede, het kasteel met een grondbezit van ca. 1150 hectare en bijbehorende bezittingen van deze familie. Hij restaureerde het kasteel naar de Middeleeuwse staat en begon met het verzamelen van middeleeuwse kunst. In 1939 brandde opnieuw een groot deel van het huis af. De  wederopbouw duurde van 1939 tot 1941.
In 1946 bracht Van Heek zijn gehele bezit in en rond ‘s-Heerenberg onder in de stichting Huis Bergh: tientallen gebouwen, de uitgebreide verzameling middeleeuwse
kunst, het familiearchief (vanaf 1227) en circa 1400 ha gronden, m.n. bossen en natuurgebieden. Op deze manier verzekerde Van Heek zich ervan dat Huis Bergh en haar toebehoren in haar geheel voor Nederland behouden bleef.
Jan Herman van Heek is gestorven in 1957 en ligt begraven op het kerkhof van de NH Kerk naast het kasteel. Het kasteel werd tot in de tachtiger jaren van de vorige eeuw bewoond door de familie Van Heek.
In de directe omgeving van het kasteel bevindt zich ‘De Plantage’ (een 18e-eeuws parkbos), de munt van het kasteel (15e eeuw) en de kerk waarvan het oudste deel uit de 13e eeuw dateert. 
Picture
Tijdens de rondleiding bezochten we de kelder met oude waterput, de 15e en 16e-eeuwse portrettengalerij, Noord-Europese kunst met  werken uit de omgeving van Jeroen Bosch en Lucas Cranach, vroege Italiaanse schilderkunst met o.a. een paneel (de aartsengel Gabriël) uit de wereldberoemde Maestà van Duccio di Buoninsegna (1311), de middeleeuwse verdedigingstoren met wapenkamer en muntenverzameling, afkomstig van de eigen munt. Verder was op de toren het uitzicht naar vier kanten te bewonderen.
Picture
Zicht vanaf de toren op de toegangspoort met: Links het koetshuis, nu Kasteel Café Heeren Dubbel; In het midden de Nederlands hervormde kerk, oorspronkelijk de slotkapel gewijd aan St. Pancratius (1259)
 
Tot slot heeft bijna iedereen nog op het terras gezeten tot de bus ons terug naar ‘s-Hertogenbosch bracht. Een zeer geslaagde excursie was ieders mening.
0 Comments

Excursie - Goirle

16/9/2017

0 Comments

 
Verslag excursie 16 september 2017 
(verslag Liesbeth)

Een vroeg vertrek, 8.45 uur, voor een halve dag excursie maar de moeite waard. Met 12 leden zijn we ontvangen in Museum Heemerf “De Schutsboom”. Binnen hebben we een inleiding in de geschiedenis van Goirle en het museum. Hier hangen o.a. glas-in-lood ramen met de wapens van Brabant en Commissarissen van de Koningin.​
Picture
​Daarna volgt de rondleiding: door het binnenmuseum met o.a. Brabantse mutsen, maquettes van oude boerderijen en stallen, oud speelgoed, devotionalia en zaken die verband houden met de oorlog. Buiten bekijken we de Potstal, de Karloodsen, de Langdeelschuur, het Wevershuiske ’t Smiske’ dat ingericht als woonhuis met weefgetouwen en benodigdheden voor het weven, voorbeeldboeken met weefsels, tekeningen en beschrijving van het instellen weefmachines.
Picture
​De kruidentuin waarin een beeld van Franciscus van frater Witters, kruiswegstaties en oude smeedijzeren grafkruizen.
Koffie drinken we in de invaart van de vlakbij gelegen molen De Wilde. Bediend worden we door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, onder leiding van een medewerker van Amarant.
Picture
​Daarna worden we in de molen rondgeleid. Het is een belt-korenmolen uit 1898, waarin oude onderdelen van een gesloopte 17e eeuwse molen uit Lieshout zijn gebruikt. De molen is afgebrand in 1936, het jaar dat de molen door een molenaarszoon uit Hilvarenbeek werd gekocht. Bij de herbouw werden onderdelen gebruikt van een molen uit Stiphout. De zwartgeblakerde muren worden witgeschilderd; de versiering rond deuren en ramen is zoals bij de molen uit Hilvarenbeek.
Picture
Steunwiel voor het kruien.

​Op het eind van de oorlog komt de molenaar om omdat hij op een landmijn rijdt met paard en wagen. Zijn knecht Jo de Wilde is ongedeerd en trouwt later met de weduwe. Als hij als molenaar stopt, raakt de molen in verval. In 1976 koopt de gemeente de molen en laat deze restaureren. Sinds 1987 heet de molen naar de laatste molenaar De Wilde. Nu wordt de molen beheerd door vrijwilligers van de stichting Goirlese Akkermolens.
Na afloop rijdt iedereen weer terug ’s-Hertogenbosch. Men vindt het een interessante excursie.
0 Comments

Excursie - Zeddam

1/7/2017

0 Comments

 
Verslag excursie 1 juli 2017 (verslag en foto’s Liesbeth Verhoeven) 
​
​Op het laatste nippertje haalde een van de deelnemers nog de bus, zodat wij met 26 leden en 1 introducée (helaas 5 afmeldingen door ziekte) op bijna de afgesproken tijd richting Zeddam vertrokken.
Na een rustige busrit genoten wij van koffie en thee met cake in Brasserie Brût in Zeddam .
Daarna ging het verder met de bus naar de nabij gelegen molen waar wij recht voor afgezet werden.
Helaas was er geen demonstratie van de rosmolen aangezien het paard kreupel was. Toch hebben de molenaars met veel moeite iemand bereikt van de stichting die de rosmolen in eigendom hebben. Deze heer heeft de rosmolen voor ons geopend en onze vragen beantwoord.
Voor in de bus had ik een toelichting over de beide molens en het kasteel gemaakt en uitgereikt.
Hiervan volgt nu het eerste deel over de beide molens.
Picture
​De Grafelijke Korenmolen is een nog werkende, middeleeuwse Torenmolen en behoort tot de oudste gemetselde molens van West-Europa en de oudste nog bestaande windmolen in Nederland. Zij werd voor het eerst genoemd in 1451, toen Willem van den Bergh verklaarde jaarlijks een malder rogge en een malder mout te schenken aan het Gasthuis te Bergh, gemalen op zijn molens te Berge, Sedam, Diedam en Genderingen.
 
In de Middeleeuwen was grondbezit gelijk aan macht. De grondeigenaar was in zijn gebied heer en meester. De omvang van het grondbezit bepaalde de mate van welstand. Daarbij werden de mensen binnen het gebied van een heer, zoals hier in het land van Bergh, aangeslagen om in de kosten bij te dragen. Grondbelasting of verponding werd ingevoerd. Maar de Heren oefenden ook rechten van water en wind uit. Zij bouwden molens en verplichtten de boeren het graan op die molens te laten malen. Daarom staan deze molens bekend als dwangmolens of banmolens.
Een deel van het graan kwam ten goede aan de molenaar (maalloon) en een deel aan de Heer. De molenaar betaalde pacht aan de Heer.
De Zeddamse torenmolen was één van de vier molens van de Graven Van den Bergh. Deze vier worden in een akte uit 1451 genoemd. Behalve in Zeddam stonden deze in Didam, Gendringen en ’s-Heerenbergh. Deze laatste is als enige van de vier nooit een stenen molen geweest. De molen van Zeddam was in het begin een filiaal van de molen in ‘s-Heerenberg, die. In Zeddam werd het graan gemalen van de boeren uit de omliggende buurtschapppen Azewijn, Vethuizen, Vinkwijk, Braamt, Kilder, Stokkum, Wijnbergen en Beek.
De maaldwang werd rond het jaar 1800 afgeschaft als gevolg van nieuwe wetten, voortkomend uit de Franse revolutie. Dit had gevolgen voor het inkomen van de mulder.
Picture
​​In 1840 werd daarom de molen verbouwd en er o.a. een tweede koppel stenen geplaatst.
 
In 1904 verkochten de toenmalige eigenaren van Huis Bergh, de Von Hohenzollerns, de Zeddammer molen aan de molenaar. De molen werd in 1928 te koop aangeboden voor sloop.

Dr. J.H. van Heek, sinds 1912 eigenaar van Huis Bergh, wist de molen juist voor sloop te behoeden door de molen in 1929 te kopen, waarmee de molen weer terugkeerde in de bezittingen van Huis Bergh. Hij heeft om de molen voor de ondergang te behoeden de meest noodzakelijke herstellingen laten uitvoeren
Picture
​In de Tweede Wereldoorlog heeft de Duitse Wehrmacht de molen gebruikt als uitkijkpost. Een oude radio-ontvanger, door de Canadezen achtergelaten, is nog bewaard gebleven en staat op de kapzolder. De onderste ruimte in de molen is in de oorlogsjaren door omwonenden als schuilplaats gebruikt.
In 1963, 1974, 1990 en in 2005 is de molen gerestaureerd, waarbij steeds voorop stond dat de molen met respect voor haar historische gelaagdheid terughoudend hersteld zou worden. Authentieke onderdelen zijn op deze wijze zoveel mogelijk behouden gebleven.
Dit jaar is naast de molen een vergaderruimte met keukentje en toilet gereed gekomen.
 
Informatie over de bouw en constructie van de torenmolen.
Voorheen meende men dat de Zeddamse molen tevens als verdediging- of kruittoren dienst heeft gedaan en dat ze daarom zo zwaar van constructie is. De robuuste bouw is echter uit bouwkundig oogpunt nodig geweest. Om voldoende hoogte te kunnen bereiken moesten de muren aan de basis erg dik zijn (tot 2,80 m). Dit was nodig omdat het middeleeuwse metselwerk vrij zacht van samenstelling was.
Bovendien was een solide constructie nodig om de aanzienlijke inkomsten voor de eigenaar, ook in oorlogstijd, veilig te stellen.
 
De molen in huidige staat bestaat uit een begane grond met invaart en bergruimte in de belt, een maalzolder, steenzolder, luizolder en kapzolder. Het kruien, d.w.z. het op de wind richten van de kap met de wieken, gebeurt handmatig, binnen, op de kapzolder. De wieken hebben een vlucht (de lengte van top tot top) van plm. 26,5 meter.
​
Molenstaat vóór 1840:
Picture
​Op de voormalige maalzolder bevindt zich een stookplaats met rookkanaal. Vanwege de riante inkomsten, die de stichters aan de molen ontleenden, was een permanente bewaking in tijden van onrust van belang. Een houten molen kon worden vernield; een stenen daarentegen niet. Daarom vind je in een torenmolen vaak zo’n stookplaats.
De ruimte tussen de begane grond en de luizolder werd voor 1840 niet benut. In de belt was een onderbreking, overdekt met een plankier. Via een luik in het houten plankier was men in staat om, langs de buitengevel, de zakken met graan, met handkracht,naar boven te luien (takelen). Tevens was hier een trap, die toegang gaf tot de belt. De ingang van de molen bereikte men vanaf de belt via een rondlopende trap langs de buitenzijde. Vandaar dat u op de luizolder een buitendeur aantreft.
Picture
​Molenstaat vanaf 1840:
In 1840 werd bij de verbouwing de onbenutte ruimte in de molen functioneel gemaakt. Er zijn toen twee maalsteenkoppels geplaatst, zodat de molenaar meer maalcapaciteit kreeg. De buitentrap werd vervangen door binnentrappen en er werden twee zolders bijgemaakt. Zo werd het onderste deel van de molen, dat voorheen niet benut werd, geschikt gemaakt voor opslag en voor de maalderij. Tevens kon men nu een luiwerk (hijswerktuig) binnenin de molen tot stand brengen, zodat de zakken graan en meel op windkracht omhoog en omlaag getakeld konden worden.
Picture
​Op de steenzolder bevindt zich een plasgootje onder het vensterluikje. Hier kon de molenaar zijn “kleine boodschap” doen.
De laatste restauratie van de Grafelijke Korenmolen vond plaats in 2005. Het gevlucht is toen in zijn geheel vervangen en de muren zijn hersteld. De gemetselde invaart is weer in originele staat van 1840 gebracht.
De rondleiding begon met een videopresentatie onder in de molen.  
 
Als er onvoldoende wind was voor het malen van graan, had men een probleem.
Daarom is in 1546 als aanvulling op de al bestaande windmolen in opdracht van de toenmalige eigenaren: de Graven Van den Bergh de Rosmolengebouwd. Hierin wordt de aandrijvingskracht geleverd door een paard (ros) of een ezel.
De mulder kon dan bij weinig of geen wind uitwijken naar de recht tegenover de molen liggende rosmolen. Een dergelijke combinatie van molens kwam veelvuldig voor vroeger.
De graven verpachtten na de bouw de Rosmolen en de Torenmolen. 
Picture
​In 1866 werd de rosmolen verkocht en de  rosmolen eruit gesloopt.
In 1974 werd met behulp van de originele bouwtekeningen die bewaard waren gebleven in het archief van het Huis Bergh de rosmolen herbouwd.
 
Het maalwerk dat bestaat uit 1 koppel maalstenen, wordt voortbewogen door een paard.
Het molengebouw is 9,30 bij 13,55 meter groot en heeft een nokhoogte van 6,75 meter. In de voorgevel bevinden zich een dubbele deur en een enkele deur. Binnen bestaat de vloer deels uit estriken en deels uit een lemen vloer, bestrooid met grof zand waar het paard loopt. Het grote kamwiel heeft 340 kammen en is voorzien van een steekcirkel met binnendiameter van 7 meter 25 en een buitendiameter van 7 meter 29. Het rondsel heeft een steekcirkel van 40,9 centimeter en bezit 19 staven. Bij een normale stapgang van het paard die een gang loopt van 5 kilometer per uur maakt het grote wiel 5 toeren per minuut en de steen 90. Indien van de windmolen gebruik wordt gemaakt is de capaciteit tienmaal zo groot.
Picture
​De molen is eigendom van de Stichting Oswaldusgilde.In de molen is een kleine verzameling zwerfstenen, die bijeengebracht is door een voormalig dierenarts uit het dorp, wijlen dokter J. Hoogland. Verder wordt er een vaste mineralencollectie tentoongesteld.
Regelmatig worden er kunstexposities in de rosmolen gehouden.
 
In de zomermaanden is er 1 weekend per maand een demonstratie van malen met een paarden plaats. De data zijn te vinden op de site van het gilde.
Dit jaar o.a. gepland op 1 en 2 juli, maar door het kreupele paard helaas afgelast net in het weekend van onze, volgens de deelnemers, zeer geslaagde excursie.
 
Verder ging het naar het 6 km verderop gelegen kasteel Huis Bergh in ’s Heerenbergh. Het verslag daarvan volgt in de volgende nieuwsbrief.
 
Inmiddels is de najaarsexcursie naar Goirle van 16 september 2017 ook weer voorbij. Ook van deze wederom geslaagde excursie komt het verslag in de volgende Nieuwsbrief.
0 Comments

Excursie - Dongen

24/9/2016

0 Comments

 
​Zaterdag 24 september gaan 17 leden om 11.00 uur vanaf de parkeerplaats bij “Croy’s restaurant Boerderij De Pettelaar” naar de Wilhelmina molen te Dongen. De molen blijkt in revisie, er wordt geschilderd, het metselwerk hersteld en opnieuw gevoegd, m.n. de stelling is dringend aan onderhoud toe.  
Picture
​(foto’s Wilma, Liesbeth Verhoeven)
 
Het unieke aan de molen is de grotendeels ijzeren stelling en stellingschoren. De opstaande rand is laag, schuin naar buitengericht en heeft grote openingen.
 
 
De stellingmolen Koningin Wilhelmina stamt uit 1893. Zij is toen gebouwd als koren-  en schorsmolen met gebruikmaking van tweedehands materiaal van gesloopte poldermolens uit de Vierambachtspolder, (gelegen ten noorden van Alphen aan de Rijn, in 1744 ontstaan uit met 11 poldermolens in 1744 drooggemalen veenplas).
 
De bouwer en eerste molenaar is Bertus van Riel. De molen heeft 3 maalkoppels, één voor schors en twee voor graan.
In 1909 is de molen eigendom van familielid Nico Janssens. Deze laat de naastliggende molenaarswoonhuizen en de aanliggende bedrijfsruimte, “het stoom”, bouwen voor een zuiggasmotor en opslagruimte. (Nu zit daar een molenmaker). In 1919 wordt de molen verkocht aan de familie van Gorp.  In de jaren dertig komt de molen stil te staan als gevolg van de grote concurrentie van Boerenbonden. De molenaar gaat in dienst bij de Boerenbond. In 1942/3 koopt en restaureert slager Piet de Jong de molen. De wieken krijgen het Van Bussel-systeem. Hij verhuurt de molen aan een molenaar. Er wordt dan nog met 1 koppel stenen gemalen. De bijgebouwen worden gebruikt als paardenstal en opslag voor hooi en stro. Vanaf 1947 zijn de broers Jan en Rinus Janssen Steenberg de huurder-molenaars. T.g.v. concurrentie van fabrieken met hamermolens in de 50-ger jaren wordt de molen weer stil gezet. In 1958 koopt Piet Kerkhof, schoenfabrikant, de molen m.n. om het vrij liggende terrein eromheen te gebruiken voor uitbreiding van zijn fabriek. In 1959 laat hij wel een kleine reparatie uitvoeren aan de buitenzijde, maar de molen vervalt toch, omdat er niet meer mee gemalen wordt. In de jaren zeventig is de toestand zo slecht dat de molen een gevaar vormt voor de omgeving. Met subsidie wordt in 1974 een draaivaardige restauratie uitgevoerd. Nieuwe Derckx-roeden van 27, 90 m zijn aangebracht, voorzien van het Oudhollands systeem. Vanaf 1975 laat de oud-molenaar Jan Janssen Steenberg de molen 2x per week weer draaien tot 1987. Zijn opvolger is Henk Demoet, nu nog de molenaar. Hij krijgt het, samen met dan eigenaar Peter Kerkhof, voor elkaar dat de molen in 1992 ook maalvaardig gerestaureerd wordt. De molen krijgt twee koppels maalstenen, de schorsstenen worden niet meer aangebracht. De molen maalt weer regelmatig meel voor bakkers in de omgeving. Tevens is de molen instructiemolen voor het Gilde van de Vrijwillige Molenaars. Nu is de molen weer toe aan groot onderhoud, zoals eerder beschreven.
Onderin de molen zit sinds twee jaar een molenwinkeltje.
Picture
​Het is goed zitten voor hen die niet mee naar boven gaan.
 
De Molen is voorzien van Engels kruiwerk, een kruilier, 2 koppels 17der kunststenen, een mengketel, een pletter, een buil met aan-drijving door de wind en een sleepluiwerk.    
Picture
​Een van de molenaars in gesprek met Piet-Hein

Op het terrein ernaast staat nu i.p.v. de schoen- en kledingzaak een Lidl-supermarkt. 

Hierna gaan we naar museum “De Looierij”, waar na een kleine lunch, aangeboden door de vereniging een gids ons zal vertellen over de geschiedenis van het leerlooien in het algemeen en m.n. in Dongen. 
Picture
​De voorgevel van het museum oogt als een pakhuis. De ingang, aan de zijkant. Voert naar de overkapte binnenplaats tussen twee huizen. Hier is de ontvangstruimte en het museumcafé, waarin je boven op de meer dan 120 jaar oude looiputten zit. Via glasplaten in de vloer kun je in de kuipen, elk 8 m3 groot, kijken.
Na de lunchpauze start de rondleiding.
 
Deze is in drie delen verdeeld aan de hand van de bewerkingen van een koeienhuid tot leer. Het leerlooien is een zware arbeid, m.n. toen alles nog met de hand gedaan moest worden, in een omgeving waar het enorm stonk.
 In ’t Nathuis, op de begane grond, wordt het proces van koeienhuid tot leer uitgelegd. De huid van een koe bestaat uit drie delen: de opperhuid met haren, de lederhuid met
nerf- en vleeskant en de onderhuid. Alleen de lederhuid is geschikt om leer van te maken. De rest van de huid moet eerst worden verwijderd. Zodra de dode koe gevild is wordt de huid enkele uren in stromend water gelegd om alle vuil en bloedresten te verwijderen. Na het uitspoelen wordt het vlees van de onderhuid en vervolgens de haren aan de andere kant met een schraapmes verwijderd. Dit noemt men vlezen.
Hierna begint het eigenlijke looiproces. In de looierij staan de kuipen ofwel laven , die half in de grond gegraven werden. Deze kuipen waren eerst van eikenhout gemaakt, later ook van beton.
Picture
​Voor het looien wordt de schors van de eik gebruikt. In de looimaand januari als de sapstroom van de bomen op gang komt worden de eiken gekapt of takken eruit gesnoeid. De schors van dit eikenhakhout wordt geschild met de hand. De schors wordt vervolgens door een schorsmolen (ook runmolen, eekmolen of barkmolen genoemd) fijn gemalen. (foto) Schorsmolens konden zowel windmolens als watermolens zijn. Het malen van schors was een stoffig werk waarbij huid irriterende stoffen vrijkwamen. Men zette tijdens het malen de deuren open zodat het stof snel wegwaaide.
Aan deze gemalen schors wordt water toegevoegd waardoor het looizuur vrijkomt uit de schors. Dit mengsel wordt run genoemd. De run wordt gebruikt voor het looien van leer.
 
Aanvankelijk legde men de huiden in de kuip in lagen, om en om met lagen schors. Als de kuip vol was werden er stenen opgelegd om  zweven van de huiden na het vullen met water te voorkomen, Later werden de huiden in de met run gevulde kuipen/laven gehangen. Op deze manier verliep het looiproces veel sneller. Als de huiden hieruit kwamen en gedroogd waren, konden ze niet meer bederven.
 
Op de tweede verdieping van het museum is de droogzolder, waar veel aandacht is voor de mens die in de leerlooierij werkte.  Hier op de foto de spanmachine waarbij het leer onder rek gedroogd werd.
 
Op de eerste verdieping is de Touwerij waar de afwerking van het leer centraal staat. Touwen is de naam voor het afwerken van het leer na het looien en drogen. De nerf- en vleeszijde worden b.v. soepeler, glanzend gemaakt, gekleurd of van een opdruk voorzien. Van de gereedschappen, machines en kleurstoffen die men hierbij gebruikte is er een aanzienlijke collectie.
Picture
Op de tweede verdieping is een klein deel ingeruimd voor de geschiedenis van Dongen. Daar heeft men alle molens die in Dongen hebben gestaan weergegeven met een foto en korte beschrijving, vastgemaakt aan een meelzak.
Picture
Hier lag ook een schorsmolensteen.
​De gaten in de steen zijn voor de afvoer van de warmte die bij het schorsmalen vrijkwam. 
Picture
​Iedereen had genoten van deze excursie. Om ca 16.30 uur was iedereen naar huis.
0 Comments

Excursie - Rotterdam

24/6/2016

0 Comments

 
​Voorjaarsexcursie (Liesbeth Verhoeven,)
Op zaterdag 25 juni was de bus excursie naar Rotterdam. Vrijdag ervoor kregen we bericht dat we i.v.m. de CHIO een heel eind van de molen vandaan zouden moeten uitstappen en dus een eind lopen. Gewapend met een papieren vrijgeleide – per mail gekregen na overleg met de organisatie van de CHIO Rotterdam en het touringcarbedrijf Fazzbender – en precies op tijd vertrokken 24 deelnemers. Twee leden moesten helaas wegens ziekte verstek laten gaan. De verkeersregelaars ter plaatse waren keurig op de hoogte. Langs kapitale paardenwagens aan weerszijde van de weg bereikten we de molen de Ster waar Jaap Bes de molenaar ons al opwachtte.
Picture
​In tegenstelling tot wat was afgesproken hield Jaap de PowerPointpresentatie voor de hele groep op de tweede verdieping van molen de Ster. Hij belichte de geschiedenis van de molens aan de Kralingse Plassen. Rond 1900 waren er vanuit De Ster meer dan 150 molens zichtbaar: ten noord-westen meer dan 70 grote poldermolens langs de Rotte en richting het centrum de stadskorenmolens. Direct aan de Kralingse Plas stonden nog een aantal molens. Van deze molens zijn er maar een klein aantal over.
Picture
​De molens van de familie Hiolen aan de Plaszoom van af links: de Ceres, De Ster en de Lelie. De laatste twee zijn meer dan een eeuw in hun bezit geweest (4 generaties).
 
De Ceres in 1845 gebouwd door de Gebroeders Hiolen, is eerst in gebruik als snuif- én korenmolen, vanaf 1866 alleen als korenmolen. De molen brandt in 1871 af tijdens een onweer.
 
De Ster, al in 1830 vermeld in een testament, is dan in gebruik als korenmolen, de Nieuwe Star genaamd. In 1838 erven de gebroeders Hiolen deze molen en de Lelie van hun vader. De Ster brandt af in 1865. De gebroeders herbouwen de Ster als snuif- en specerijenmolen met onderdelen van de Rijswijkse snuifmolen De Stier die zij in 1859 als 4e molen hadden gekocht. De molen blijft zo in bedrijf tot De Ster in 1962 opnieuw afbrandt. De molen is dan eigendom van de gemeente Rotterdam (sinds 1916). Opnieuw wordt de molen herbouwd en sindsdien gebruikt als werkend museum.
 
De Lelie is ouder dan de Ster. De eerste vermelding is van 1777, maar het bouwjaar is onbekend. De molen heeft eerst elders gestaan in Kralingen, heette toen de Ezel en werd gebruikt bij het wassen van katoen als onderdeel van een katoendrukkerij. Vanaf 1803 is de Lelie, op deze plaats staand, in bezit van de familie Hiolen. In 1916
worden de molens onteigend door de gemeente Rotterdam i.v.m. de aanleg van de Waalhavens en de Kralingse Hout. Meesterknechten hebben de specerijenmaalderij en de productie van snuiftabak voortgezet. Jaap Bes vertelt dat de gemeente de molens nu wil verkopen. Het Karottengebouw is al in gebruik gegeven aan de zeilvereniging.
In 2004 is de stichting de Kralingse Snuif en Specerijen Companie De Lelie en de Ster opgericht om dit ambacht en de molens te behouden en de kennis over geschiedenis van deze Kralingse molens en het ambacht te vergroten.
 
De productie van snuiftabak: De tabaksbladeren worden eerst gesaust met b.v. rozenwater, dropwater, potas, keukenzout of jeneverbessensap. 
Picture
​Daarna worden de tabaksbladeren in linnen doeken gewikkeld en omwonden met een strak aangetrokken touw. Dit is zwaar werk.
Het natte touw krimpt bij het drogen. Op deze manier wordt de karot gevormd, waarbinnen het fermentatieproces plaats    vindt. De fermentatie kan enkele jaren duren. Daarvoor is een karottengebouw achter - naast de 2 molens gebouwd.
 
Hierna worden de uitgepakte karotten met de messen in de stampkuipen fijngehakt tot snuiftabak.       
Het aandrijfmechanisme van de hakmessen is identiek aan dat van de oliemolen. 
Picture
Hierna is het, behalve op de kapzolder, vrij rondkijken in de Ster (links op de foto), maar ook in de Lelie (rechts).
Deze laatste molen is inderdaad zeer klein en toch staat alles erin. Het is echt kruipdoor sluipdoor. In een kleine ruimte staan ook de specerijen opgeslagen, die hier af en toe gemalen worden. Het was zeer interessant.
 
Vervolgens met de bus naar de SS Rotterdam.  
​Na de ontvangst buiten gaan we via de hoofdtoegang naar het Main Deck. Vandaar gaat iedereen zijns/ haars weegs. Sommigen kijken zelf rond op de twee vrij toegankelijke dekken en eten wat op het Lidodeck, anderen gaan een audiotour doen. Iedereen vindt deze excursie de moeite waard. 
Picture
​Op de terugweg heb ik de idee geopperd volgend jaar een
Torenmolen te bezoeken, b.v. die van Zeddam, de grafelijke molen. Het is het enige grote molentype dat wij nog niet bekeken hebben.
0 Comments
<<Previous

    Datum

    September 2021
    September 2019
    June 2019
    September 2018
    July 2018
    September 2017
    July 2017
    September 2016
    June 2016
    September 2015
    June 2015
    September 2014
    May 2014
    September 2013
    September 2012
    April 2012
    September 2011
    April 2011
    September 2010
    April 2010
    September 2009
    June 2009
    October 2008
    June 2008
    February 2008
    October 2007
    September 2006
    November 2005