Ieder kind naar de molen 2021

* 1 november 2020. Het Covid-19 heeft ons lesprogramma voor de basisscholen vertraagt. Gesprekken met directeuren heeft aangetoond dat het najaar 2020 géén ruimte bied om het lesprogramma te laten plaatsvinden.
Besloten is om in het najaar van 2021 gesprekken aan te gaan met de directeuren van de basisscholen, in de hoop nog vóór het einde van het schooljaar het lesprogramma uit te rollen. De molenaars van De Zwaan in Vinkel en de Standerdmolen in Rosmalen worden door de leerlingen bezocht, zodat zij een goede indruk krijgen over de werking van de molen.
Besloten is om in het najaar van 2021 gesprekken aan te gaan met de directeuren van de basisscholen, in de hoop nog vóór het einde van het schooljaar het lesprogramma uit te rollen. De molenaars van De Zwaan in Vinkel en de Standerdmolen in Rosmalen worden door de leerlingen bezocht, zodat zij een goede indruk krijgen over de werking van de molen.
Kennisbende 2020 - geannuleerd
* 7 oktober 2020. Hélaas kunnen we de geplande activiteit van de Kennisbende op 19 oktober 2020 NIET laten doorgaan i.v.m. Covid-19. In overleg met Huis73 is besloten te kijken of de activiteit in het voorjaar van 2021 kan gaan plaatsvinden.

* 21 september 2020. De inschrijving voor de Kennisbende voor bezoek aan de molens gaat van start. Alle basisschool leerlingen van de groepen 5,6,7 en 8 kunnen zich inschrijven. Kennismaken met het beroep van de Molenaar en aanwezig zijn bij jet maalproces. De vrienden van de Molens van 's-Hertogenbosch en medewerkers van Huis73 staan in de startblokken. De Kennisbende is de opstart van het Lesprogramma 'Ieder kind naar de molen' dat in het voorjaar van 2021 voor de groepen 7 en 8 van de basisscholen wordt uitgerold.

* 19 oktober 2020. De aftrap 'Zo gaat de Molen' voor leerlingen van de basisscholen.
In samenwerking met Huis73 en de Molenaars van de Standerdmolen en De Zwaan gaan we op pad en geven uitleg over het vak van de molenaar.
De leerlingen uit het basisonderwijs worden o.a. aan het werk gezet door samen te bouwen aan een molen op schaal. De Hollandsche Molen en Erfgoed Brabant hebben ons voorzien van leermiddelen die prima passen bij de leeftijdsgroep.
In samenwerking met Huis73 en de Molenaars van de Standerdmolen en De Zwaan gaan we op pad en geven uitleg over het vak van de molenaar.
De leerlingen uit het basisonderwijs worden o.a. aan het werk gezet door samen te bouwen aan een molen op schaal. De Hollandsche Molen en Erfgoed Brabant hebben ons voorzien van leermiddelen die prima passen bij de leeftijdsgroep.
Ieder kind naar de molen 2020

* Het uitdragen en in standhouden van het Molen Erfgoed, is een van de doelstellingen van de vereniging Vrienden van de Molens van ’s-Hertogenbosch, en vraagt om een aanpak die de jeugd op de basisschool aanspreekt en inspireert. Belangrijk is dat leerlingen uit het basisonderwijs kennis nemen van molens die m.n. in onze gemeente een grote rol hebben gespeeld. Bezoeken van een Molen en kennis nemen van de werking met uitleg van de Molenaar vormt een onderdeel van het lesprogramma dat we aan de basisscholen aanbieden.

* De gemeente 's-Hertogenbosch / Babel afdeling educatie/onderwijs ondersteunt onze vereniging in het leggen van contacten met de basisscholen. Uitgangspunt is om in het schooljaar 2020 - 2021 te starten met het uitrollen van het lesprogramma bij diverse basisscholen.
*Met ingang van één september 2020 wordt de naam 'Babel' gewijzigd in 'Huis73'.
*Met ingang van één september 2020 wordt de naam 'Babel' gewijzigd in 'Huis73'.

* ATO 1 maart 2020. Onze vereniging Vrienden van de Molens van ’s-Hertogenbosch heeft het lesprogramma over de Molens geplaatst op de site van ‘Niet stapelen maar vervangen’ van de Scholenkring. Het programma is geschikt voor de onder- en bovenbouw binnen het basisonderwijs.
Schoolbesturen en Leerkrachten van de basisscholen uit de regio ’s-Hertogenbosch kunnen hiervan kennisnemen en het project opnemen in hun curriculum. Het aanbod van onze vereniging geldt voor schooljaar 2020 – 2021.
Schoolbesturen en Leerkrachten van de basisscholen uit de regio ’s-Hertogenbosch kunnen hiervan kennisnemen en het project opnemen in hun curriculum. Het aanbod van onze vereniging geldt voor schooljaar 2020 – 2021.
* Babel is 1 februari 2020 gestart om voor komend jaar het programma onder de aandacht brengen bij scholen. Dit gaat o.a. via de website van Babel, alsmede via de leesconsulenten die op alle basisscholen in ’s-Hertogenbosch en omgeving aanwezig zijn. Zij zullen dit thema specifiek oppakken en onder de aandacht brengen van de scholen. Dit biedt vooralsnog geen garanties voor de hoeveelheid animo, maar wel een breed podium voor onze vereniging.
Babel onderzoekt ook de mogelijkheid om ons lesprogramma binnen een Bosch-brede en multidisciplinaire aanpak te integreren.
Babel onderzoekt ook de mogelijkheid om ons lesprogramma binnen een Bosch-brede en multidisciplinaire aanpak te integreren.

* De Hollandsche Molen heeft op 10 juni 2020 onze vereniging met een beschikking financiële steun toegezegd, waardoor wij basisscholen kunnen voorzien van lesmateriaal en het vervoer naar de molens kunnen regelen. De molenaars uit onze gemeente zijn bereid het lesprogramma in samenspraak met leerkrachten uit te rollen, hieraan wordt momenteel verder inhoud gegeven.

* Erfgoed Brabant: zonder erfgoed zijn we spoorloos. Het verleden geeft reliëf aan het heden en zet onze weg uit naar de toekomst. Erfgoed laat zien waar je vandaan komt en wie je bent. Erfgoed geeft de molen een eigen gezicht, een uniek profiel.
* Zo gaat de Molen: het lesprogramma voor de bovenbouw van de basisschool geeft leerlingen zicht in de rol en functie van de molen.
Met de klassen verdiepen in alle aspecten van de molen en op bezoek gaan bij een molen in de buurt.
Het gaat over molens in Noord-Brabant. Hoe werkt een molen nu eigenlijk? Welke rol had de molen vroeger? En waarom vinden wij molens nu nog steeds interessant? De start van het lesprogramma is het voorleesverhaal over Dries en Henk, over twee jongens die rond 1870 leefden, het begin van een ontdekkingstocht rondom het begrip molen.
* Zo gaat de Molen: het lesprogramma voor de bovenbouw van de basisschool geeft leerlingen zicht in de rol en functie van de molen.
Met de klassen verdiepen in alle aspecten van de molen en op bezoek gaan bij een molen in de buurt.
Het gaat over molens in Noord-Brabant. Hoe werkt een molen nu eigenlijk? Welke rol had de molen vroeger? En waarom vinden wij molens nu nog steeds interessant? De start van het lesprogramma is het voorleesverhaal over Dries en Henk, over twee jongens die rond 1870 leefden, het begin van een ontdekkingstocht rondom het begrip molen.
De Economische geschiedenis van de molens
De economische geschiedenis van de molens van 's-Hertogenbosch in de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd (1296-1621).
Door dr. A.C.M. (Ton) Kappelhof
Door dr. A.C.M. (Ton) Kappelhof
Wie de molens van een stad onderzoekt, raakt het hart van het economisch leven van die stad. De molens waren de enige fabrieken in de middeleeuwen en de daaropvolgende tijd tot ongeveer 1850 toen de stoommachine en de gasmotor heel geleidelijk de plaats van de molen overnamen. Transacties over molens laten zien hoe het bedrijfsleven werkte in een tijd dat 's-Hertogenbosch een stad vol dynamiek was, een zeer autonome positie bekleedde binnen het vorstendom dat Brabant heette, op eigen houtje oorlogjes voerde tegen roofheren in de omgeving, een stem had in het bestuur van het hertogdom, en heel af en toe de landsheer op bezoek kreeg en hem dan uitbundig fêteerde ondertussen druk bezig met hem nieuwe privileges af te troggelen. De economische basis van deze stad was een vitaal en rijkgeschakeerd kleinbedrijf dat ten dele ambachtelijk georganiseerd was. Maar hoe dit economisch leven eigenlijk werkte, daarover weten we bijzonder weinig. De door Bosschenaren geschreven kronieken verhalen over privileges, wapenfeiten, fraaie gebouwen, politiek en natuurlijk rampen, maar niet over het bedrijfsleven en dus ook niet over molens.
Een molen was gemeten naar de maatstaven van die tijd technisch ingewikkeld en kostbaar in bouw en onderhoud. De bouwheer moest dus kapitaalkrachtig zijn, de man die ze kon bedienen moest weten hoe je dat moest doen. Technische kennis werd overgedragen van vader op zoon, van meester op leerling, onderwijs en leerboeken over het molenbedrijf waren er niet. De hertog mocht dan ver weg wonen, meestal resideerde hij in Brussel of in een kasteel in de omgeving, hij had in het gebied van het oude domein Orthen het recht van water en wind en dat werd bewaakt door de rentmeester van zijn domeinen in 's-Hertogenbosch en zijn agenten. Dat betekende in de praktijk dat wie een water- of windmolen wilde uitbaten, daarvoor een vergunning moest hebben afgegeven door die hertog of zijn raad. Vanaf 1404 was dat de Brabantse Rekenkamer in Brussel, daarvoor was het de hertogelijke raad voorgezeten door de hertog zelf die daarover besliste. Het recht van water en wind strekte zich ook uit over door paarden aangedreven molens, terwijl malen met de hand -een zwaar karwei- werd verboden. Voor een molen waren er dus drie nodig: de hertog en zijn rekenkamer, de houder van het recht en de molenaar. Aan de vraagzijde waren er de klanten: bewoners van de stad die hun graan wilden laten vermalen, hun zaad tot olie wilden laten slaan en hun schors wilden laten malen.
De molens lagen voor 1600 in clusters in Hintham, Orthen, aan de Vughterdijk en buiten de stadswal nabij de Oude Hulst. Het grootste cluster is dat van Hintham. Na ca. 1580 werden de molens buiten de stad afgebroken als ze al niet eerder verwoest of in brand gestoken waren. De molens werden voortaan op de stadswallen neergezet. Ook daar was genoeg wind.
Het staat nu al vast dat de meeste molens dienden om graan te malen. Graan wilde in stad en meierij zeggen rogge. Van rogge werd brood gebakken of pap gekookt.
Een molen was gemeten naar de maatstaven van die tijd technisch ingewikkeld en kostbaar in bouw en onderhoud. De bouwheer moest dus kapitaalkrachtig zijn, de man die ze kon bedienen moest weten hoe je dat moest doen. Technische kennis werd overgedragen van vader op zoon, van meester op leerling, onderwijs en leerboeken over het molenbedrijf waren er niet. De hertog mocht dan ver weg wonen, meestal resideerde hij in Brussel of in een kasteel in de omgeving, hij had in het gebied van het oude domein Orthen het recht van water en wind en dat werd bewaakt door de rentmeester van zijn domeinen in 's-Hertogenbosch en zijn agenten. Dat betekende in de praktijk dat wie een water- of windmolen wilde uitbaten, daarvoor een vergunning moest hebben afgegeven door die hertog of zijn raad. Vanaf 1404 was dat de Brabantse Rekenkamer in Brussel, daarvoor was het de hertogelijke raad voorgezeten door de hertog zelf die daarover besliste. Het recht van water en wind strekte zich ook uit over door paarden aangedreven molens, terwijl malen met de hand -een zwaar karwei- werd verboden. Voor een molen waren er dus drie nodig: de hertog en zijn rekenkamer, de houder van het recht en de molenaar. Aan de vraagzijde waren er de klanten: bewoners van de stad die hun graan wilden laten vermalen, hun zaad tot olie wilden laten slaan en hun schors wilden laten malen.
De molens lagen voor 1600 in clusters in Hintham, Orthen, aan de Vughterdijk en buiten de stadswal nabij de Oude Hulst. Het grootste cluster is dat van Hintham. Na ca. 1580 werden de molens buiten de stad afgebroken als ze al niet eerder verwoest of in brand gestoken waren. De molens werden voortaan op de stadswallen neergezet. Ook daar was genoeg wind.
Het staat nu al vast dat de meeste molens dienden om graan te malen. Graan wilde in stad en meierij zeggen rogge. Van rogge werd brood gebakken of pap gekookt.